Interview

Werkzaamheden Zoutdam IJmuiden gaan hand in hand met het waterpeilbeheer

Gepubliceerd op: 18 juni 2024, 07.00 uur

Het waterpeilbeheer in West-Nederland is erg belangrijk. Door het peil op het Noordzeekanaal te beheersen, zorgen we dat ongeveer 4 miljoen mensen droge voeten houden.

Rijkswaterstaat controleert dat peil als waterbeheerder door de afvoer vanuit het Noordzeekanaal naar de Noordzee in IJmuiden af te stemmen op de aanvoer vanuit gebieden van omliggende waterschappen en het Amsterdam-Rijnkanaal. Hierbij wordt rekening gehouden met grote werkzaamheden op het water, zoals de bouw van Zoutdam IJmuiden. Arjen Kikkert en Irene van der Veer, beiden werkzaam als adviseurs Waterbeheer, zijn hierbij nauw betrokken.

Waterpeilbeheer

Waterpeilbeheer, wat houdt dat eigenlijk precies in? Het waterpeil is het niveau waarop het water staat, ook wel de waterstand. Kikkert vertelt hoe dit precies zit in- en rondom IJmuiden.

‘Het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal zijn samen 1 hoofdwatersysteem, met een lengte van 200 km. Het is essentieel dat Rijkswaterstaat het waterpeil over de volledige lengte van beide kanalen tussen de -0,30 m NAP en -0,55 m NAP houdt. Dat noemen we het peilbeheer en die grenzen zijn wettelijk vastgelegd in een peilbesluit.’

Een te hoog waterpeil zorgt er bijvoorbeeld voor dat rondvaartboten niet meer onder bruggen in Amsterdam door kunnen varen. Als het waterpeil te laag is, kunnen diepstekende schepen op het Noordzeekanaal niet meer over de tunnels heen varen.

Aan- en afvoer van water

We houden het peil op het Noordzeekanaal binnen deze grenzen door water af te voeren of juist water vast te houden als er droge periodes aankomen. Waar komt dat water vandaag?

‘Rondom het Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal liggen verschillende waterschappen met een groot oppervlakte. Zij voeren water af richting ons watersysteem. Ook komt er een hoop water bij Lobith ons land binnen. Een gedeelte stroomt via het Amsterdam-Rijnkanaal naar het Noordzeekanaal en dat voeren wij bij IJmuiden af naar zee’, aldus Kikkert en Van der Veer.

Het Spui- en Gemaalcomplex

Via het Spui- en Gemaalcomplex wordt water vanuit het hoofdwatersysteem afgevoerd naar zee. Dit kan op 2 manieren. Spuien wanneer het kan, pompen wanneer het moet.

Van der Veer: ‘We kunnen allereerst spuien. Spuien is onder vrij verval water naar zee laten stromen. Hiervoor hebben we 7 spuikokers, waarvan we de schuiven open kunnen zetten. Vanwege de zeespiegelstijging doen we dit nu minder vaak. Daarnaast hebben we zeven pompen voor 7 maalgangen. Hiermee pompen we het water richting zee. Zo brengen we het water van een lagere waterstand op het Noordzeekanaal naar een hogere waterstand op zee.’

De waterstanden houdt Rijkswaterstaat 24/7 nauw in de gaten via verschillende meetpunten.

Pijlers en het peilbeheer

Eind maart 2024 zijn de 2 enorme pijlers van Zoutdam IJmuiden in het Binnenspuikanaal geplaatst. Deze werkzaamheden duurden in totaal 30 uur en hadden invloed op het peilbeheer en andersom. Van belang was dat de waterstand binnen de grenzen van het peilbesluit zou blijven.

Kikkert: ‘Voor het plaatsen van de pijlers werd het enorme kraanschip Gulliver gebruikt. Om deze hijswerkzaamheden met het kraanschip veilig uit te kunnen voeren, moest de stroming op het kanaal minimaal blijven. Om binnen de grenzen van het peilbesluit te blijven, moeten we echter continu water blijven afvoeren.’

Van der Veer vult aan: ‘Normaal hebben we de vrije hand om water af te voeren op een moment waarop dat gunstig is. Tijdens het plaatsen van de pijlers moesten we het tijdstip waarop we water afvoerden en de hoeveelheid water, aanpassen naar het verloop van de werkzaamheden. Hierover is continu afstemming geweest met onze collega wateradviseur van dienst.’

Wanden van de zoutdam

Later in 2024 worden de 5 wanden van Zoutdam IJmuiden geplaatst. Ook dan zorgen Van der Veer en Kikkert met hun collega’s ervoor dat de condities rondom het peilbeheer afgestemd zijn voor de werkzaamheden. Een gunstige uitgangspositie is volgens Van der Veer essentieel. ‘Dit betekent een laag waterpeil, zodat we wat water kunnen opvangen als dat nodig is. We proberen er in ieder geval voor te zorgen dat er zo min mogelijk water afgevoerd hoeft te worden.’

Kikkert benadrukt dat het waterpeil tijdens deze werkzaamheden nog belangrijker is dan bij het plaatsen van de pijlers. Kikkert: ‘De wanden worden dwars op de watergang geplaatst en beslaan een groot oppervlakte. De stroming op het Binnenspuikanaal moet hiervoor echt minimaal zijn. Daarom kijken we vooraf weer goed naar de weersomstandigheden, op welk moment we kunnen spuien en wat de wateraanvoer vanuit het achterland en omliggende gebieden is.’