Duurzame vispassage boezemgemaal Spaarndam

Het polderwater uit de Rijnlandse boezem lonkte jarenlang naar vissen die vanuit het Noordzeekanaal richting Spaarndam zwommen. Maar voor het monumentale boezemgemaal Spaardam kwamen de vissen vervolgens stil te liggen en konden niet passeren. In de zomer van 2020 kwam daar verandering in. Door de gloednieuwe vispassage kunnen trekvissen van zout naar zoet water zwemmen.

het waterpeil in het Noordzeekanaal staat 20 cm hoger dan de Rijnlandse boezem

Het monumentale boezemgemaal Spaarndam is 1 van de 4 grote gemalen van Rijnland en uniek vanwege zijn schepraderen. Het gemaal staat via Zijkanaal C in verbinding met het Noordzeekanaal. Het water in het zijkanaal en het Noordzeekanaal is brak (zoutachtig water dat minder zout is dan zeewater), doordat de zeesluizen in IJmuiden zeewater doorlaten bij het schutten.

Het is daarnaast een belangrijke migratieroute voor verschillende trekvissoorten, zoals paling (aal), driedoornige stekelbaars, spiering en bot. De waterbeheerders rond het Noordzeekanaal en enkele andere regionale partijen werken al lange tijd samen om de migratie van trekvis via het Noordzeekanaal te optimaliseren. Zie voor meer informatie de projectsite.

Trekvis kon tot voor kort de Rijnlandse boezem alleen bereiken via de vispassage bij boezemgemaal Halfweg. Sinds de zomer van 2020 is daar een 2e toegang bijgekomen naast het boezemgemaal Spaarndam. De vispassage is aangelegd door het Hoogheemraadschap van Rijnland, met medefinanciering door Rijkswaterstaat West-Nederland Noord.

Hoe werkt de vispassage bij het gemaal?

De vispassage bestaat onder meer uit een opvoerbak aan de boezemzijde, waaraan een pijp is gemonteerd die in open verbinding staat met het buitenwater. Omdat het waterpeil in het Noordzeekanaal 20 cm hoger staat dan op de boezem, wordt water omhoog gepompt in de bak. Dat zorgt voor een constante lokstroom met warmer, zoeter water richting het Noordzeekanaal. Bij de monding van de vispassage ruiken de trekvissen deze ‘lokstroom’ en zwemmen ze de vispassage in richting de opvoerbak.

Via een opening in de bak is er ook een terugstroom naar de boezem, die de trekvis meespoelt: de vissen zijn gepasseerd! Zo is migratie van de vissen van de buitenwateren naar de boezem een feit. Het boezemgemaal vormt niet langer een obstakel.

Vispassage boezemgemaal Spaarndam. Naast het monumentale boezemgemaal Spaarndam bevindt zich sinds kort een gloednieuwe vispassage. Het Noordzeekanaal is een belangrijke migratieroute voor trekvissoorten als de paling (aal), driedoornige stekelbaars, spiering en bot. De vispassage bestaat onder meer uit een opvoerbak aan de boezemzijde, waaraan een pijp is gemonteerd die door de kering leidt en in verbinding staat met Zijkanaal C. In deze bak wordt water uit de boezem gepompt, wat door de pijp langzaam richting het buitenwater stroomt. Bij de monding van de vispassage ruiken de trekvissen deze ‘lokstroom’ en zwemmen de vispassage in richting de opvoerbak. Via een opening in de bak is er ook een terugstroom naar de boezem, die de trekvis meespoelt. De vispassage levert een bijdrage aan een gezond water. De 1e resultaten volgen voorjaar 2021. Dan zullen de driedoornige stekelbaars en glasaal hopelijk in grote getalen vanuit het Noordzeekanaal naar de Rijnlandse boezem trekken, via deze nieuwe route. Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl/ruimbaanvoorvis. Een productie van Rijkswaterstaat 2020.

Wat is er bijzonder aan de vispassage?

Bijzonder aan deze vispassage is dat er geen brak water vanuit het Noordzeekanaal in het zoete water van de Rijnlandse boezem terecht komt. Ook is de vispassage gebouwd in een waterkering, wat tot aanvullende eisen leidde. Extra bijzonder is dat het hoogheemraadschap bij de vispassage met een slim camerasysteem gaat werken, dat de passerende vissen telt en registreert.

We tellen de passerende vissen bij de vispassage met een slim camerasysteem

Het boezemgemaal Spaarndam werkt met een visvriendelijke pomp; de stroomsnelheid kan worden aangepast op het soort vis dat wil migreren. Vooral de glasaal (jonge paling), driedoornige stekelbaars en spiering profiteren van de vispassage. Bovendien is het gebruik van een pomp op langere termijn duurzamer en goedkoper dan bijvoorbeeld een vijzel die bij andere gemalen wordt gebruikt, omdat er minder stroom nodig is voor de aansturing van de passage.

Feiten en cijfers

  • hoogteverschil van 20 cm;
  • initiatief van het Hoogheemraadschap van Rijnland, met een financiële bijdrage van Rijkswaterstaat;
  • camerasysteem om vismigratie te onderzoeken;
  • vooral glasaal, driedoornige stekelbaars en spiering profiteren.