Verkeersveiligheid op het Twentekanaal
De werkzaamheden op de Twentekanalen moeten als vanzelfsprekend veilig verlopen. En natuurlijk met zo min mogelijk hinder voor het scheepvaartverkeer. Het transport over water moet namelijk doorgaan.
Hoe dat in zijn werk gaat? We spreken met Marten Klos, nautisch adviseur bij Verkeer- en Watermanagement van Rijkswaterstaat. Hij is verantwoordelijk voor een veilige en vlotte verkeersafwikkeling tijdens de werkzaamheden op het Twentekanaal.
Gesprekken vooraf
‘De scheepvaart moet vlot en veilig over de Twentekanalen kunnen doorvaren. Met zo min mogelijk hinder. Ook tijdens de werkzaamheden. Hierover hebben we vooraf afspraken gemaakt met de aannemer. Zo moet er altijd voldoende vaarweg beschikbaar blijven voor de scheepvaart. We leggen diepte, breedte en lengte van de beschikbare vaarweg van tevoren vast. Ook bespreken we welke mate van hinder acceptabel is tijdens de werkzaamheden, en hoe we de scheepvaart hierover informeren.’
Duidelijke signalering
‘De uitvoerder moet de werkzaamheden duidelijk aangeven. Bijvoorbeeld met betonning (gekleurde tonnen of boeien in het water) en verkeersborden die het werkgebied ruim van tevoren aangeven. Ook hebben we de voorwaarde dat er bij duikwerkzaamheden scheepvaartbegeleiding aanwezig is. Op dit alles controleren we ook regelmatig.’
‘Van Rijkswaterstaat varen we ook twee keer per week met de Pluimpot over het kanaal. Om te kijken of de uitvoering volgens afspraak gebeurt. Veiligheid op het water vinden wij erg belangrijk. Regelmatig ga ik zelf met de auto door het gebied en stel ik een rapport op van de situaties, dat hoeft niet altijd vanaf het water.’
Extra veiligheid
‘In sommige werkgebieden hebben we te maken met kruisend scheepvaartverkeer. Bijvoorbeeld in de monding bij de IJssel, of bij de afslag naar de zijtak richting Almelo. Op die plekken zetten we scheepvaartbegeleiding in. Vanaf die begeleidende vaartuigen informeren we de scheepvaart over de hinder en hoe hier mee om te gaan. De scheepvaartbegeleiding is actief tijdens de hele uitvoeringsperiode. Daarnaast hebben we bij speciale punten, zoals bruggen of in de buurt van sluizen, extra voorschriften voor veiligheid; de uitwerking daarvan gaat in overleg met de aannemer.’
Minder hinder
‘Een beetje hinder is onvermijdelijk. Maar de mate ervan is te controleren. We hebben hinder opgedeeld in verschillende categorieën. Met de aannemer is afgesproken dat ‘Hinderklasse 2’ tijdens deze werkzaamheden acceptabel is. Dat houdt in dat scheepvaart maximaal een half uur opgehouden mag worden door de werkzaamheden. Wordt het een hogere hinderklasse, dan overleggen we dat eerst met Rijkswaterstaat. Ruim van tevoren communiceren we dat met de scheepvaart. Op deze manier zorgen we voor een veilige en vlotte doorvaart, ook tijdens de werkzaamheden.'