Inzicht in dieraanrijdingen in Noord-Nederland
Hoe vaak vinden er aanrijdingen met dieren plaats op snelwegen? En waar gebeurt dit dan het meest? Om antwoord te krijgen op deze vragen verzamelt Rijkswaterstaat data. Dit zodat we passende maatregelen kunnen nemen om schade en letsel als gevolg van dieraanrijdingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Roos Vonk, adviseur Natuur in Noord-Nederland, vertelt hoe zij data, in de vorm van een digitale kaart, inzet in haar regio.
Belang van registratie
Als Rijkswaterstaat kijken we naar wat we tegen dieraanrijdingen kunnen doen. Hiervoor is registratie van aanrijdingen van belang. Verkeerscentrales van Rijkswaterstaat, politie maar ook fauna-beheereenheden registreren op hun eigen manier in eigen systemen. Ook weggebruikers kunnen dieraanrijdingen melden.
In een zogenaamde viewer – een digitale kaart – zijn data uit de verschillende bronnen gebundeld. Deze bronnen geven samen een indicatie van dieraanrijdingen op Nederlandse snelwegen. Deze gebruiken we als Rijkswaterstaat voor analyses en onderzoek.
Het doel hiervan is inzicht krijgen in trends op het gebied van dieraanrijdingen op snelwegen. De viewer, die gemaakt is door Arcadis maar in beheer van Rijkswaterstaat komt, testen we in verschillende regio’s. Zoals Noord-Nederland. Dit vormt de basis voor vervolgonderzoek.
Roos licht toe: ‘De viewer heeft ons bij onze analyse geholpen. De data die zijn ingevoerd zijn meerjarig, betrouwbaar en helder weergegeven. Per wegnummer hebben we onder andere inzicht gekregen in de precieze locatie, de diersoort, de datum en de inrichting van de omgeving zoals de aanwezigheid van hekwerk, watergangen, geluidschermen en begroeiing.'
'Er zijn verschillende locaties uit de analyse gekomen waar veel aanrijdingen in een heel klein gebiedje voorkomen. Dit komt doordat dieren die willen oversteken in een fuik worden gedreven. Zij zien dan vaak geen andere uitweg dan in paniek terugkeren over de snelweg, met alle gevolgen van dien. Hierbij is niet alleen de inrichting van snelweg en de bermen belangrijk, maar ook de inrichting van aangrenzende gebieden.’
Doelsoorten: de ree en otter
Ook in Noord-Nederland vinden met regelmaat dieraanrijdingen plaats, onder andere met de otter en ree. Deze hebben we als doelsoorten aangeduid, wat betekent dat we kijken hoe we aanrijdingen van deze specifieke dieren – gebaseerd op hun gedragspatronen – kunnen voorkomen. Een aanrijding met een ree veroorzaakt een gevaarlijke situatie op de weg, geeft veel schade aan het voertuig én heeft een enorme impact op inzittenden.
De otter is als doelsoort aangeduid, omdat de populatiegrootte in Nederland blijft hangen op de grens van een gezonde levensvatbare populatie. Het nemen van maatregelen om dieraanrijdingen te voorkomen, sluit aan bij de zorgplicht die we hebben. Door met doelsoorten te werken liften andere dieren, met enigszins hetzelfde gedrag en dezelfde behoeften, mee.
Roos vertelt: ‘Voordat je heel veel geld uitgeeft aan rasters en leefgebieden voor fauna verder versnipperen, is het goed te bepalen waardoor de aanrijdingen specifiek op deze locatie plaatsvinden en welke maatregelen het meest passend zijn om een veiligere weg te garanderen.'
'Delen van de weg afschermen, andere veilige oversteek bieden door een passage aan te leggen, vaker maaien voor meer zicht van de weggebruiker en minder schuilplekken voor de ree zijn er een aantal. Al is het nooit haalbaar om alle aanrijdingen te voorkomen.’
Meer informatie
Benieuwd naar meer informatie over wat wij doen als er dieren langs of op de snelweg lopen? Lees dan het nieuwsbericht over wild op de snelweg of luister naar onze podcast.