Verbreding A2 bij Het Vonderen – Kerensheide: grondverwerving gaat laatste fase in
Om de snelweg A2 tussen Het Vonderen en knooppunt Kerensheide te kunnen verbreden, moeten we in het bezit zijn van de grond waar deze verbreding op plaatsvindt. Een proces dat zorgvuldig en met aandacht voor alle betrokken partijen moet worden uitgevoerd.
We zijn het grondverwervingsproces daarom op tijd gestart en dit gaat nu over tot de laatste fase: de onteigeningsprocedure. Ongeveer 3 jaar geleden, ruim voor de start van de werkzaamheden, startten we het grondverwervingsproces. Aan het woord is Willem Eijgenraam, rentmeester bij Rijkswaterstaat en coördinator van het grondverwervingsproces bij de verbreding van de A2 Het Vonderen - Kerensheide.
Grond opkopen
‘De grond die we voor de verbreding nodig hebben, kopen we van de eigenaren. Maar ook andere betrokken partijen hebben recht op een financiële schadeloosstelling. Bijvoorbeeld huurders en pachters. In totaal moeten we voor de verbreding ruim 80 ha aan grond en verschillende panden kopen. Dat gaat altijd in goed overleg met de partijen.'
‘Om welke percelen en gebouwen het precies gaat, is van tevoren vastgelegd in het Tracébesluit. Dat kan van alles zijn; van landbouwgrond tot bos en van industrieterrein tot privéterrein. Op dit traject van de snelweg A2 gaat het om ruim 500 percelen en 170 betrokken partijen. Afgelopen periode spraken we alle partijen die we als Rijkswaterstaat tegemoet moeten komen. Want zij hebben recht op een schadeloosstelling om het verlies van de grond, het pand of eventuele andere verliezen te compenseren.’
Overeenstemming vinden
‘Over de hoogte van de schadeloosstelling onderhandelden we de afgelopen 3 jaar met de rechtmatige partijen en hun adviseurs. Dat gaat zorgvuldig en met veel begrip. Het is namelijk niet niets dat iemand zijn grond moet opgeven. Met het grootste deel van de partijen kwamen we met de gesprekken tot een financiële overeenstemming.'
'Toch zijn er 30 partijen waarbij dat nog niet is gelukt. Daarbij was bijvoorbeeld sprake van een verschil van inzicht of een ander principieel standpunt. Met die partijen gaan we nu over tot de onteigeningsprocedure. Daarbij bekijkt de rechter de casus en doet volgens de onteigeningswet de beslissende uitspraak.’
Over tot onteigening
‘De onteigeningsprocedure kent 2 fases. De eerste fase is de administratieve fase. Daar worden de betreffende percelen ter onteigening aangewezen en stelt Rijkswaterstaat het onteigeningsverzoek op voor de Kroon en de Raad van State. Zij beoordelen of nut en noodzaak voldoende zijn aangetoond om over te kunnen gaan tot de onteigening.'
'Hier is dat het geval: het nut van de onteigening zit in dit geval in het algemeen belang van de verbreding van de A2. En de noodzaak zit in het feit dat we in 2025 starten met de verbreding. Deze administratieve fase is eind 2021 afgerond en geslaagd voor dit project. De fase eindigde met het Koninklijk besluit waarbij alle dossiers positief beoordeeld zijn. Met deze dossiers gaan we de tweede en dus laatste fase in: de gerechtelijke fase.’
Laatste fase
‘Laten we vooropstellen: ook met de partijen met wie we de laatste fase ingaan, gaan de gesprekken en dus onderhandelingen door. Er is nog altijd de mogelijkheid om met deze partijen zonder tussenkomst van de rechter tot een akkoord te komen. Maar om de planning te halen, moeten we wel doorpakken. Daarom blijft de gerechtelijke fase noodzakelijk.’
‘In deze laatste fase schrijft een advocatenkantoor in opdracht van Rijkswaterstaat de desbetreffende partijen aan en wordt bij de rechtbank het verzoekschrift tot onteigening uitgebracht. De rechter bepaalt uiteindelijk met een objectieve kijk de hoogte van de schadeloosstelling. Wanneer deze is bepaald en voldaan en het onteigeningsvonnis is ingeschreven bij het kadaster, is Rijkswaterstaat rechtmatig eigenaar van de grond. Dan mogen de werkzaamheden beginnen.’
We hebben en houden altijd respect en begrip voor de meningen en standpunten van alle partijen
‘Het is een interessant maar intensief proces waarbij we met veel zaken en gevoeligheden te maken hebben. We hebben en houden daarbij altijd respect en begrip voor de meningen en standpunten van alle partijen. En gelukkig komen we bijna altijd tot een akkoord vóórdat de rechter zijn uitspraak doet.’