Nieuwsbericht

Noodlottig ongeval bij knooppunt Empel

Gepubliceerd op: 21 oktober 2022, 09.39 uur - Laatste update: 1 november 2022, 11.56 uur

Op maandag 17 oktober 2022 heeft een noodlottig ongeval plaatsgevonden bij knooppunt Empel (A59/A2). Ons medeleven gaat uit naar de nabestaanden en andere betrokkenen.

Vanzelfsprekend wachten we eerst het onderzoek van de politie af naar de oorzaak en omstandigheden van het ongeval, maar voor nu geven we in dit bericht antwoord op de meest gestelde vragen.

Klopt het dat Rijkswaterstaat dinsdag al bij de locatie is geweest, maar geen actie heeft ondernomen?

Op verzoek van de politie zijn 2 weginspecteurs op dinsdag 18 oktober op het betreffende knooppunt aanwezig geweest. Er is toen gevraagd op een andere locatie te kijken dan waar de lichamen gevonden zijn. Op die locatie hebben zij geen nieuwe bandsporen gezien. 

De weginspecteurs hebben ook het braakliggende terrein daar onderzocht. Dit was niet de locatie waar het ongeval heeft plaats gevonden.

Zijn er richtlijnen waar autosnelwegen en bermen langs de weg aan moeten voldoen?

Jazeker, in de Richtlijn Ontwerp Snelwegen (ROA) onderdeel Veilige Inrichting Bermen, zijn de uitgangspunten voor het ontwerp en de aanleg van een veilige inrichting van bermen langs autosnelwegen beschreven. De richtlijnen zijn richtinggevend bij het ontwerpen van nieuwe wegen of voor het verbeteren van bestaande wegen.

Welke maatregelen zijn er genomen voor de verkeersveiligheid in de bocht van het knooppunt Empel, waar de A59 en de A2 samenkomen?

Bij de aanleg van het knooppunt Empel in 2009 heeft Rijkswaterstaat (RWS) borden geplaatst die waarschuwen voor een bocht, gecombineerd met een adviessnelheid van 90 km/u. Verder staan er zogenoemde bochtschildborden in de bocht om de weggebruiker te attenderen op de verkeerssituatie ter plaatse. In 2021 is door RWS aan de rechterzijde van de weg (de andere kant van waar de auto is aangetroffen) een extra vangrail geplaatst. Dit is gedaan om het risico dat voertuigen de vangrail kunnen oprijden, en daarmee naast de weg belanden, te verkleinen.

Naast het plaatsen van de extra vangrail aan de rechterzijde van de weg zijn er sinds de aanleg in 2009 geen aanvullende maatregelen getroffen voor de verkeersveiligheid op het knooppunt Empel.

Vinden er vaker ongevallen plaats op dit stuk snelweg?

De afgelopen 4 jaar vonden er op dit wegvak, de verbindingsboog in knooppunt Empel, gemiddeld 8 ongevallen per jaar plaats. Ter vergelijking: in Nederland zijn er meer dan 700 wegvakken waar meer dan 8 ongevallen per jaar plaatsvinden.

Ontwerprichtlijnen en de situatie op het betreffende wegvak

De politie doet nog onderzoek naar de oorzaak en omstandigheden van het incident. Mocht uit het lopende politieonderzoek en/of de ongevalsanalyse van RWS nieuwe informatie komen met betrekking tot de rol van de weginrichting bij het ongeval, zal hier uiteraard opvolging aan gegeven worden. 

De betreffende verbindingsboog in knooppunt Empel komt in de jaarlijkse uitgevoerde analyse ‘Veilig over Rijkswegen’ niet naar voren als een locatie met een verhoogde ongevallenconcentratie. Deze analyse wordt gebruikt om binnen het impulsprogramma Meer Veilig een prioritering te maken om met de beschikbare middelen het grootste aantal verkeersslachtoffers te voorkomen. De beschikbare middelen van Meer Veilig bieden niet de ruimte om alle locaties langs het hoofdwegennet aan te pakken. De verbindingsboog in knooppunt Empel maakt daarom geen deel uit van het programma Meer Veilig. 

Dit weggedeelte voldoet aan de benodigde breedte van de obstakelvrije zone van 10 m. Deze breedte is gebaseerd op onderzoekresultaten, waaruit blijkt dat bij een maximumsnelheid van 90 à 100 km/u 80 à 90 procent van de uit de koers geraakte voertuigen niet verder dan 10 m de berm indringt. Als er in dat geval binnen 10 m vanaf de rijbaan een obstakel (zoals een boom of watergang) aanwezig is, moet deze worden verwijderd. Indien dat niet mogelijk is, dient het obstakel te worden afgeschermd met een vangrail. Rijkswaterstaat heeft deze inzichten opgenomen in de ontwerprichtlijnen voor nieuwbouw en groot reconstructie. Voor de situatie op de A59, waar het noodlottige ongeval heeft plaatsgevonden, geldt dat de ontwerpsnelheid 90 km/u bedraagt en dat de afstand tot de watergang 18 tot 20 m is. Daarom is hier tijdens de aanleg geen vangrail geplaatst. 

Tegelijkertijd worden de betreffende ontwerprichtlijnen door de jaren heen herzien aan de hand van de meest recente inzichten op gebied van verkeersveiligheid. Voor het weggedeelte waar het ongeval heeft plaatsgevonden zou, volgens de huidige ontwerprichtlijn, de reeds aanwezige vangrail doorgetrokken moeten worden bij nieuwbouw of grootschalig reconstructie, omdat de afstand naar de eerstvolgende geleiderail minder dan 200 m bedraagt. Dit heeft als doel te voorkomen dat een uit de koers geraakt voertuig achter de vangrail langs kan rijden en zo alsnog in aanrijding kan komen met een afgeschermd obstakel. 

Aanscherpingen in de richtlijnen kunnen echter niet altijd direct worden doorgevoerd op alle bestaande situaties. Het is niet uitvoerbaar om bij elke aanpassing van de norm het volledige wegennet direct naar de meest recente inzichten om te bouwen. Voor bestaande situaties geldt daarom dat maatregelen worden doorgevoerd bij de eerstvolgende nieuwbouw of grootschalige reconstructie. Uiteraard kan bij een onveilige situatie de afweging worden gemaakt voor snellere aanpassing, bijvoorbeeld in het kader van het impulsprogramma Meer Veilig. De doortrekking van de vangrail langs de verbindingsboog in het knooppunt Empel heeft nog niet plaatsgevonden, omdat het knooppunt sinds 2009 niet onderhevig is geweest aan een grootschalige reconstructie en, zoals eerder aangegeven, deze locatie evenmin bij het programma Meer Veilig naar voren is gekomen als locatie met verhoogde ongevallenconcentratie.

Waarom ligt er water bij een knooppunt?

Normaal gesproken ligt er naast een snelweg een zaksloot waar het water in kan worden afgevoerd. Op een knooppunt liggen alleen dermate veel wegen, inclusief taluds, op een beperkte oppervlakte dat je niet voldoende hebt aan die zaksloten aan de zijkanten om het water af te voeren.

Daartoe liggen er dus in de lussen vaak retentievijvers om dat water op te vangen en op te laten nemen door de bodem (zomers staan ze dus ook nog wel eens leeg).

Hangen daar camera’s?

In de omgeving A2 en A59 hangen verkeerscamera’s. Die dienen voor verkeersmanagement. Dat betekent dat we het verkeer op de snelweg kunnen monitoren en daarmee zicht hebben als er iets op de snelweg speelt wat bijvoorbeeld gevaar voor overig verkeer kan opleveren.

Wie bekijkt die camera’s?

In de verkeerscentrales van Rijkswaterstaat houden wegverkeersleiders met behulp van deze camera’s de situatie in de gaten. Waar vooral op gelet wordt, is pechgevallen en ongelukken op de snelweg. Wanneer die gezien of gemeld worden, worden de dichtstbijzijnde camera’s vanuit de verkeerscentrale bijgedraaid en ingezoomd om een goed beeld te krijgen van de situatie.

Daarmee kunnen we in het kader van de veiligheid de juiste maatregelen nemen, zoals rijstroken afkruisen, weginspecteurs ter plekke sturen en hulpdiensten informeren.

Hangen overal in Nederland camera’s?

We beschikken over ongeveer 3.000 verkeerscamera’s. Deze hangen met name op de drukste snelwegen in Nederland. Dat is vooral in de Randstad.

Waarom is dit ongeluk niet gezien?

Het is ondoenlijk om de beelden van alle 3.000 camera’s continu te volgen. De verkeerscamera’s worden met name gebruikt om zicht te hebben op de weg, als er op de snelweg iets is gebeurd dat eventueel gevaar op kan leveren voor het wegverkeer.

De camera’s worden zeer gericht ingezet. Als er géén melding is, is de kans zeer klein dat iets wordt waargenomen in de verkeerscentrale. Alleen in tunnels wordt met camera’s actief 24/7 gemonitord. Dat is vanwege de tunnelwet.

Als daar een verkeerscamera op gericht was geweest, had je de beelden dan terug kunnen kijken?

Nee, dat is niet mogelijk. De verkeerscamera’s zijn bedoeld om de actuele situatie op de weg te monitoren en deze beelden worden niet opgenomen. Alleen beelden van camera’s in tunnels worden voor korte duur in het kader van de tunnelwet bewaard.