Samen met lokale partijen komen we tot het beste onderhoud
‘Binnen het Waardengedreven Onderhoudscontract Uiterwaarden (WOCU) zetten we in op samenwerking met lokale partijen’, vertellen Erwin Suijkerbuijk en Monique Naus van het onderhoudsteam voor de Rijntakken.
Na een zorgvuldige voorbereiding verwachten zowel Rijkswaterstaat als het uitvoerende aannemersconsortium hiermee meerwaarde te kunnen creëren: ‘Deze vorm van samenwerking is voor ons, zeker op deze schaal, uniek.’
Oppervlakte van 58.000 voetbalvelden
De getallen zijn duizelingwekkend. Het gebied van Rijkswaterstaat in de uiterwaarden van de Rijntakken (Bovenrijn, Pannerdensch kanaal, Nederrijn, Lek, Waal, Boven Merwede en Noordwaard) heeft een oppervlakte van zo’n 58.000 voetbalvelden. Met in totaal 1260 belanghebbenden, waaronder 550 boeren.
‘Als aannemer ken je vanzelfsprekend niet alle lokale ins en outs’, legt Suijkerbuijk uit. Hij is technisch manager bij Prop Beplantingswerken, een van de partners in het aannemersconsortium Van Oord-Rebel dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van de Rijntakken. ‘Je weet niet welk poortje van welke boer is, lokale partijen weten dat wel. En ze zijn op de hoogte van eventuele gevoeligheden.'
'Misschien een boom waarvan wij niet direct de waarde zien, maar waar lokaal een belangrijk verhaal aan verbonden is.’
Daar haakt Monique Naus, omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat, op in: ‘Dit ophalen van kennis vergroot ook ons draagvlak. Mensen vinden het soms toch nog eng dat een hen onbekende aannemer hier de boel komt platmaaien.’
Fietsen en wandelen
In het contract tussen Rijkswaterstaat en het consortium gaat de samenwerking nog een stuk verder. Delen van het onderhoud in de uiterwaarden bijvoorbeeld laten uitvoeren door een lokale partij.
Naus geeft een voorbeeld: ‘De gemeente Arnhem heeft daar ambitie. Ze wil een aaneensluitend natuurgebied creëren en dit combineren met recreatie, zoals fietsen en wandelen.'
‘In het verlengde daarvan vraagt de gemeente om meer regie in het onderhoud, ook op onze gronden, en bij het inrichten van het gebied. Vroeger konden we daar niet in meegaan, dankzij het WOCU-contract kan dit nu wel.’
Gebiedsconciërges
‘Zo gaan we vaker onderhoud door die partij laten uitvoeren die dat het gemakkelijkst en meest efficiënt kan’, vult Suijkerbuijk aan.
‘Bijvoorbeeld een boer die al volgens dezelfde richtlijnen als Rijkswaterstaat op zijn grond aan onderhoud doet. Tegelijkertijd gaat deze boer geen aannemer spelen. Hij werkt altijd op onze voorwaarden.’
Het consortium heeft 4 gebiedsconciërges aangesteld. Zij zijn een aanspreekpunt voor de omgeving, maar houden ook in de gaten of het onderhoud gebeurt zoals afgesproken. ‘Zij monitoren de kwaliteit tijdens de uitvoering van het werk.’
Belang van samenwerken
Volgens Naus en Suijkerbuijk is het belangrijk om op verschillende manieren samen te werken met lokale partijen. Naus: ‘We ambiëren een gebiedsgerichte aanpak, waarbij we over de eigendomsgrenzen heen moeten kijken. Dan biedt samenwerking meerwaarde.’
Suijkerbuijk ziet dat hetzelfde: ‘Het is niet zo ingewikkeld om het eens te worden over beheer en onderhoud met een individuele boer met grasland of mais op zijn grond.'
'Bij natuurgebieden met meerdere eigenaren is dat anders. Maar dan is de meerwaarde ook groter als je gezamenlijk tot goed onderhoud kunt komen. En daarbij rekening houdt met ieders wensen en doelen.’
Maximale klantwaarde
Beiden zijn het er over eens dat de technische kant van het onderhoud niet zo lastig is, de crux zit in het behalen van zoveel mogelijk klantwaarde. ‘Met het beschikbare budget zoveel mogelijk van onze doelen halen’, licht Naus toe.
‘We willen voldoen aan onze wettelijke taken op het gebied van waterveiligheid, waterkwaliteit en natuur. Maar ook zorgen voor een tevreden omgeving. Soms liggen er te verschillende doelen op een stuk grond, dat is wel spannend. Maar er is veel vertrouwen dat we het goed kunnen regelen.’