Nieuwsbericht

Koude Oorlog: de geheime schuilkelders van Rijkswaterstaat

Gepubliceerd op: 14 december 2023, 08.57 uur

Al 225 jaar werkt Rijkswaterstaat aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. In dit jubileumjaar delen we verhalen uit onze rijke historie. Deze aflevering duiken we in een onderbelicht verleden: atoomschuilkelders in de Koude Oorlog.

De Koude Oorlog was een periode van politieke spanning en militaire dreiging tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, die duurde van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991.

‘Zoek onmiddellijk dekking’

Men werd zich destijds steeds meer bewust van de dreiging tot een nucleaire aanval. Daarom richtte de overheid in 1952 de organisatie Bescherming Bevolking (BB) op die als taak had de bevolking weerbaar te maken voor een volgende oorlog.

Zo viel er begin jaren 60 op iedere deurmat een envelop met ‘Wenken voor de bescherming van u en uw gezin’. In 4 brochures was van alles te lezen over hoe de burger zichzelf kon beschermen tegen bombardementen, atoombommen en fall-out (radioactieve neerslag).

Schuilen onder de keldertrap of onder een tafel, was een van de adviezen.

Ondergrondse schuilplaatsen

Om het land bij een nucleaire aanval draaiende te houden, concludeerde een Commissie Noodzetels dat er in het hele land schuilkelders moesten komen voor 4650 ambtenaren. De bouw van de ondergrondse bunkers gebeurde in het striktste geheim, want de vijand mocht niet weten waar de schuilplaatsen verborgen waren.

Om geheimhouding te vergemakkelijken en om kosten te besparen, werd de aanleg zoveel mogelijk gecombineerd met andere bouwwerkzaamheden. Onder pleinen, parkeergarages en openbare gebouwen kwamen kelders met dikke stalen deuren en betonnen muren voor bescherming tegen aanvallen met nucleaire wapens en gifgas.

Wetenschapper en kunstenaar Kees van Leeuwen is gespecialiseerd op het gebied van atoombunkers uit de periode van de Koude Oorlog. In zijn rapport ‘In geval van nood’ behandelt hij meer dan 20 ondergrondse schuilbunkers. Het gaat hier om de noodzetels diep zijn weggestopt onder overheidsgebouwen, waaronder die van Rijkswaterstaat. In dit artikel lichten we er enkele uit.

Delfzijl

Op aandringen van de lokale Rijkswaterstaat werd er in het nieuw te bouwen havengebouw Delfzijl een commandopost gebouwd. De reden hiervoor was dat de Eemshaven in oorlogssituaties als zeer belangrijke doorvoerplek zou functioneren. De grotere havens vormden namelijk een groter doelwit en zouden eerder worden geëvacueerd. Daardoor kwam meer druk op de haven in Delfzijl.

Een andere reden was de aanwezigheid van 6 sluiscomplexen en een afwatering die moest blijven functioneren. Omdat er geen slaperdijken waren en de zeedijk de enige bescherming was tegen het zeewater, was het risico bij een bombardement groot. Bij het doorbreken van de zeedijk zou een gebied tot aan de stad Groningen onder water lopen.

Het is een van de kleinste noodzetels van Nederland en is geschikt voor 20 personen. Bijna al het meubilair en apparatuur zijn nog aanwezig. Zelfs de voorraden zijn nog intact. Daarmee behoort de bunker tot de meest complete noodzetel in Nederland.

Rotterdam

Van 1970 tot 1975 werd in de Spaanse Polder een kantoor gebouwd voor de Rijksverkeersinspectie. Tegelijkertijd bouwde men een noodzetel, een zogenaamd ‘Hoenderhok’, geschikt voor maximaal 60 personen. Omdat hij in een polder was gebouwd en bij overstroming de hoofdingang bereikbaar moest blijven, stak deze noodzetel voor een gedeelte boven de grond uit.

Amsterdam

Net als de noodzetel in Rotterdam was dit een ‘Hoenderhok’ voor 60 personen. Hij had een eigen ingang, los van de rechtbank. In 1982 gebruikte Verkeer en Waterstaat de noodzetel voor trainingen van noodzeteltechnici en communicatiepersoneel.

Een ander doel was om de cursisten te laten kennismaken met de specifieke leefgewoonten in een noodzetel. De noodzetel is in 2017 gesloopt voor nieuwbouw.

Middelburg

De Provinciale Waterstaat in Middelburg bouwde in 1973 een nieuw kantoor en besloot daarbij ook een noodzetel te bouwen. Het is een ‘Mierenhoop’ voor 100 personen, waarin plek was voor 20 personen van Rijkswaterstaat.

In de jaren 2000 kocht de HZ University of Applied Sciences het pand. Zij verbouwden het en gebruiken de noodzetel sindsdien als vergaderruimte. De communicatiezaal is nog aardig intact. Er staan zelfs nog telexen.

Bruggen, sluizen en stuwen

Het rapport behandelt enkel de noodzetels onder overheidsgebouwen. Wat velen niet weten is dat er ook beschermde onderkomens zijn gebouwd voor sluis- en brugpersoneel. In tijden van oorlog moesten zij het scheepvaartverkeer op gang houden. Het waren de enige onderkomens waar echtgenoten en kinderen in mee mochten.

Overleven onder de grond

De medewerkers van sluizen en bruggen kregen een uitgebreide handleiding over het gebruik en beheer van de schuilgelegenheid. Naast veiligheid was het belangrijk om het verblijf zo aangenaam mogelijk te maken.

3 keer per dag was er een maaltijd, waarbij de hoofdschotel bestond uit opgewarmde spijzen uit blik, zoals rijst met kip en kerriesaus, macaroni met gehakt in tomatensaus, bruine bonen met spek en goulash met aardappelen. Als tussendoortje kreeg men per persoon 1 reep chocolade per dag.

Recreatie speelde ook een grote rol. Het advies luidde als volgt: ‘Het verdient aanbeveling bij het bezetten van de schuilplaats voorzien te zijn van voldoende speelgoed voor de kinderen, evenals gezelschapsspelen, denksporten, huisvlijt en literatuur. Ook voor volwassenen. Daarnaast kunnen muziekinstrumenten, grammofoons en taperecorders ook van belang zijn. Voor het op de hoogte blijven van de algemene toestand is een eerste vereiste dat er een transistorradio in het onderkomen aanwezig is.’

Vervallen of gesloopt

Niet iedereen zag het zitten om in een ondergrondse kelder te verblijven. In een artikel van september 1980 uit ’T Duvelsklöske (lokale krant van Sambeek), is het volgende te lezen:

Op de vraag waar de andere 14.000 inwoners van de gemeente Boxmeer bij oorlogsdreiging naartoe moeten, antwoordde de woordvoerder van Rijkswaterstaat: ‘Evacueren is voor hen de enige mogelijkheid.’ Het sluispersoneel van Sambeek had zo hun eigen gedachten over de atoomschuilkelder: ‘Als we straks met maar 50 mensen overblijven, hoeft dat ding voor ons niet.'

In totaal bouwde de overheid 40 onderkomens bij bruggen, sluizen en gemalen. Een paar daarvan zijn nog redelijk intact, maar de meeste van deze beschermde onderkomens zijn vervallen of gesloopt.