Olie op Bonaire: situatie onder controle
Eind februari 2024 spoelde olie aan op de kust van Bonaire. Lokale autoriteiten deden er alles aan om de olie te bestrijden. Rijkswaterstaat ondersteunt hen daarbij op afstand. Daarnaast reisde Michiel Visser van het Bestrijdingsteam Caribisch Nederland naar Bonaire om te helpen: ‘De piek lijkt achter de rug te zijn.’
Rijkswaterstaat ondersteunt Bonaire met informatie, kennis en materiaal. Hiervoor werken we nauw samen met de lokale autoriteiten. Via satellietbeelden, driftmodellen, vliegtuig- en helikopterpatrouilles volgen we waar de olie mogelijk terecht kan komen. Zo wordt het oliebestrijdingsmateriaal op de juiste plek ingezet. We zorgen ook dat er voldoende oliebestrijdingsmateriaal aanwezig is op Bonaire.
Ondersteuning ter plaatse
Op woensdag 28 februari 2024 vertrok Michiel Visser richting Bonaire om de lokale autoriteiten te ondersteunen. Visser: ‘De havenmeester van Bonaire is verantwoordelijk voor de bestrijding. Ik hielp met het inspecteren van de stranden waar olie was aangespoeld en mogelijke andere locaties, waar we gelukkig niets aantroffen. We namen monsters af van de olie.'
'Die worden nu in een laboratorium van Rijkswaterstaat in Nederland onderzocht. De Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging bracht vanuit Nederland een advies uit over hoe met de olie om te gaan. Dit diende allemaal om een zo volledig mogelijk beeld van de situatie te krijgen. Aan de hand daarvan wordt het beleid bepaald.’
Geen olie meer op de stranden
De piek lijkt nu achter de rug te zijn. Sinds donderdag zijn er geen nieuwe olieresten meer gevonden. De oliebarrières hebben de kwetsbare natuurgebieden beschermd. Sinds vrijdag zijn de stranden weer open. Daarom keerde Visser maandag 4 maart 2024 terug.
Visser: ‘Donderdag, vrijdag en zaterdag zijn er nog opruimacties geweest. Je probeert zoveel mogelijk weg te halen, maar allés weghalen is simpelweg niet mogelijk. Maar dat gaat om hele kleine deeltjes olie, ter grootte van zandkorrels.’
Het opruimen gebeurt door natuurorganisatie STINAPA. Daarbij kregen zij hulp van zo’n 20 militairen van Defensie, de Brandweer op Bonaire, lokale ondernemers en overige lokale hulpverleners. De olieresten die aanspoelen zijn dik, plakkerig, teerachtig, waardoor het opruimen lichamelijk zwaar is. Bedenk ook dat ze dat doen met 32 graden, in de volle zon, de hele dag. Ik neem mijn pet af voor het werk wat verzet is.’
Blijven monitoren
We blijven voorlopig vanuit Nederland monitoren, zoals ze dat sinds het kapseizen van het schip in Tobago hebben gedaan. Ook hebben we extra bestrijdingsmateriaal gestuurd, zodat de voorraad weer op peil is. STINAPA en de Havenmeester voeren ter plaatse de nacontroles en inspecties uit.
Visser: ‘Het lijkt er nu op dat dit het was, maar alles en iedereen staat paraat voor het geval dat er nog meer aankomt.’