Zien we door de bomen het bos nog? De noodzaak van bomenkap
Het lijkt tegenstrijdig om bomen te kappen, als de roep om een duurzamer en groener Nederland klinkt. Toch is het soms noodzakelijk. Bijvoorbeeld als de bomen een ziekte hebben, beschadigd zijn door een storm of een gevaar voor de verkeersveiligheid vormen.
Wanneer we dan toch moeten kappen, proberen we dit zo verantwoord mogelijk voor plant en dier te doen. Robert Maarschalkerweerd, senior adviseur leefomgeving, groen en duurzaamheid, vertelt hierover. Bomen mogen niet zomaar worden gekapt. Voor reguliere kap moet een ecoloog onderzoek uitvoeren. Die zoekt uit of de kap geen broedende vogels, beschermde plant- of diersoorten of vliegroutes van vleermuizen verstoort. Nesten zijn het hele jaar beschermd.
'We kappen niet tot een afstand van 25 m van het nest, tenzij het niet anders kan', zegt Maarschalkerweerd. 'Opdrachtnemers waarmee we samenwerken voeren dit ecologische onderzoek uit', legt Maarschalkerweerd uit. 'Dit kijken we zelf nog een keer na en leggen we vast in een toetsverslag.
Rijkswaterstaat moet aantonen te voldoen aan wet- en regelgeving. Die verantwoording leggen we af aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.' Bomen zijn beschermd door de wet. Een kapmelding moet bijvoorbeeld 4 weken vooraf worden gedaan. Van melding tot kap kan dat soms wel een halfjaar duren.
Noodkap daarentegen kan binnen 24 uur worden geregeld. Herbeplanting moet vervolgens, afhankelijk van de grootte van het project, binnen 3 tot 5 jaar plaatsvinden.
Redenen voor bomenkap
Een van de belangrijkste redenen om te kappen, is het bewaren van de veiligheid. Daarom gaan sommige boomsoorten net iets vaker ‘onder het mes’ dan anderen. Bijvoorbeeld populieren, die zijn vaak gekozen omdat ze goed in het plaatje naast de weg passen, maar hebben een kortere levensduur dan andere boomsoorten.
Maarschalkerweerd: 'Bepaalde populiersoorten zijn na 25 tot 30 jaar al einde levensduur en ongezond. Dat betekent dat je soms hele rijen populieren moet vervangen. Daarmee voorkomen we dat hele takken afwaaien en op de snelweg terechtkomen.'
Naast veiligheid, is overlast ook een reden voor bomenkap. Denk hierbij aan opstekende wortels, laaghangende takken of belemmering van het zicht. In sommige gevallen is het nodig, zodat andere bomen meer ruimte hebben om te groeien.
Boom om boom: de balans terugbrengen
Voor alle gekapte bomen geldt in principe: een boom om een boom. Voor elke gekapte boom moet op dezelfde plek, of ergens anders, een vergelijkbare houtsoort worden geplant. Rijkswaterstaat bezit grond waarop dit kan of heeft hierover afspraken met grondeigenaren zoals een gemeente of provincie.
'Bij het herplanten letten we er ook op dat de boomsoort dezelfde ecologische waarde heeft', vertelt Maarschalkerweerd verder. 'Dus voor hardhout planten we ook hardhoutsoorten terug waarvan we verwachten dat dit in dezelfde kwaliteit terugkomt. We experimenteerden ook met het uitgraven en opnieuw planten van bomen. Dit deden we bijvoorbeeld om een roekenkolonie niet te storen. Maar deze bomen stierven allemaal af. Bij het uitgraven en herplanten zijn we afhankelijk van de weersomstandigheden. Door de extreme droogte de laatste jaren is de bomensterfte sowieso toegenomen.'
Recyclen, hergebruiken of naar de biocentrale
Wat er vervolgens gebeurt met de gekapte bomen, bepaalt de opdrachtnemer die de werkzaamheden uitvoert. In veel gevallen worden de bomen versnipperd en gaan ze naar een energiecentrale waar ze als biobrandstof dienen.
De balans in de natuur
'We zijn ons bewust van de positieve impact van bomen op de kwaliteit van de leefomgeving, de verkeersbegeleiding en dat ze de leefomgeving van verschillende dieren en plantensoorten ondersteunen', zegt Maarschalkerweerd.
'We gaan als Rijkswaterstaat dus geen bomen voor de lol kappen. We nemen de omgeving altijd mee in het proces: van het ecologische onderzoek tot aan de communicatie met de omgeving. Zo behouden we de balans tussen mens en natuur.'