VOICE-OVER: Wat een mooie stranddag. Hé, wat doet dat schip daar? (Een animatie.) Dat brengt zand naar de kust, want wij van Rijkswaterstaat zijn de kust aan het onderhouden. Als de zee en wind te veel zand meenemen, worden de stranden en duinen kleiner. Daarom meten en beoordelen we elk jaar de hoogte van de hele kust. Zo zien we waar er zand bij moet om de Nederlandse kust op zijn plaats en sterk te houden. De hoogte van het zand meten we boven en onder water. Dat schip daar, dat is een peilboot, een schip dat met nauwkeurige sonarapparatuur de zeebodem scant. En met het vliegtuig, daar in de lucht, meten we de hoogte van het strand en de duinen. Dat gebeurt met laserscanners. Deze metingen geven een compleet beeld van onze kust. Dit doen we ieder jaar opnieuw op dezelfde plekken, op lijnen die dwars op de kust staan, ook wel raaien genoemd. Dit beeld leggen we vervolgens naast de basiskustlijn, onze meetlat die gebaseerd is op de Nederlandse kustlijn van 1990. Door deze lijn aan te houden, wordt Nederland niet kleiner. En waar structureel te weinig zand ligt, brengen we zand vanuit de Noordzee aan. En moet je zien... Doordat de zeespiegel stijgt, komt het water steeds hoger op het strand en tegen de duinen. Ook hier houden we rekening mee in onze berekeningen. Door dit elk jaar te herhalen, weten we precies hoe hoog de zeebodem, stranden en duinen zijn. En weten we dus waar en wanneer er zand bij moet. Kortom, van meten en leren naar beoordelen en zand suppleren. Zo beschermen we Nederland tegen de zee, en zorgen we dat ons land niet kleiner wordt. (Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl/kustonderhoud. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2024.) RUSTIGE MUZIEK DIE WEGEBT
Een sterke kustlijn komt niet zomaar aanspoelen
Elke dag weer beschermt de Nederlandse kust ons tegen de dreiging van het water. Rijkswaterstaat houdt de kust op zijn plaats. Zo blijven het strand en de duinen sterk genoeg en raken we geen land kwijt aan de zee. Hoe gaat het behoud van deze kustlijn in zijn werk? Hoe bepalen we waar en wanneer er extra zand nodig is aan de kust?
Adviseur bodemligging Gerhard Lergner en technisch manager Evelien Brand van Rijkswaterstaat vertellen over alle metingen, berekeningen en besluiten die nodig zijn om de Nederlandse kust op zijn plaats te houden.
Het geheim van onze kustverdediging? Heel veel data. Al sinds 1965 meten we de hoogte van de kustlijn op precies dezelfde locaties. ‘Deze locaties noemen we raaien’, legt Lergner uit. ‘Dit zijn lijnen die haaks op de kust staan, en die van achter de duinenrij tot zo’n 800 m de zee in lopen. Al met al meten we ieder jaar zo’n 2300 raaien, met een gecombineerde lengte van bijna 6000 km. De metingen voeren we jaarlijks uit tussen februari en augustus, nadat het stormseizoen achter de rug is’, vervolgt Lergner.
‘Stormen kunnen voor grote veranderingen aan de kust zorgen. Wind, golven en stroming nemen doorlopend zand mee van de kust.’
Natte en droge metingen
We meten niet alleen de kust boven water, maar ook onder water. Daarvoor gebruiken we 2 meetmethodes. ‘Om data te verzamelen van de kusthoogte onder water, gebruiken we kleine bootjes die ook in heel ondiep water kunnen meten’, vertelt Lergner.
‘De boten gebruiken een sonar, waarmee we kunnen meten hoe hoog de bodem is. De metingen op het water voeren we tijdens hoogwater met vliegtuigen uit, en de metingen van het land tijdens laagwater. Hierdoor ontstaat een overlap tussen beide meetmethodes en zijn ze goed te combineren.’
Van meten naar weten
Wanneer de metingen klaar zijn, gaat het team van Brand bij het programma Kustlijnzorg aan de slag met de berekeningen. ‘In augustus ontvangen we de data’, vertelt Brand.
‘We gebruiken de rest van het jaar om berekeningen uit te voeren en te beoordelen waar zandsuppleties nodig en effectief zijn. Aan de hand van de data zien we hoe de kustlijn zicht ontwikkelt. Die vergelijken we met de basiskustlijn, de uitgangspositie die is vastgelegd toen we zijn gestart met deze aanpak van het kustonderhoud.’
‘Als de gemeten kustlijn te dicht bij de basiskustlijn komt, moeten we waarschijnlijk actie ondernemen. Dan trekt de kustlijn zich terug en komt de zee dichter bij de duinen. We kijken altijd naar de metingen in de jaren ervoor, om trends terug te zien’, voegt Brand toe. ‘Daardoor weten we vaak ook al welke kustgebieden door bijvoorbeeld weersomstandigheden sneller “slijten” dan anderen.’
Een goed onderbouwd advies
Of de kust onderhoud nodig heeft, kunnen we niet alleen vaststellen aan de hand van metingen. ‘Voordat we daadwerkelijk adviseren over zandsuppletie, willen we eerst zeker weten dat de suppletie nut heeft en de omgeving niet onnodig verstoort’, legt Brand uit.
‘Daarom gaan we in gesprek met gemeentes, waterschappen en andere relevante partijen over gebieden die volgens ons onderhoud nodig hebben. We overleggen bijvoorbeeld over de impact van de zandsuppletie op de ecologie, of de hinder die onderhoud meebrengt voor recreanten.’
Hoewel we een advies baseren op vele metingen en overleggen met experts, blijft het altijd een inschatting. ‘Want we werken met natuurlijke elementen als wind, golven en stroming’, vult Brand aan.
‘We weten van tevoren niet of het tijdens of vlak na de suppletie heel hard gaat stormen en veel zand meteen afslaat. Maar dat komt niet zo vaak voor.’
Een resultaat om trots op te zijn
Wanneer u ziet dat we zand storten aan de kust, weet u nu dat er een heel proces aan vooraf ging. En dat stopt ook niet: ‘Ieder jaar borduren we voort op de metingen van de jaren daarvoor’, vertelt Lergner. ‘De datasets blijven relevant. Dit historische perspectief is een extra motivatie om te blijven streven naar kwalitatief goede metingen.’
Brand voegt toe: ‘Het voelt goed als we in de metingen terugzien dat het kustonderhoud in de jaren daarvoor effect hebben gehad. Weinig mensen weten hoe bijzonder de Nederlandse kustverdediging is, waarin we gebruik maken van het zand aan onze kust. We mogen daar allemaal best wat meer trots op zijn!’
Bekijk ook onze animatie
In deze animatie leggen we uit hoe Nederland beschermd blijft tegen de zee en hoe we zorgen dat ons land niet kleiner wordt.