Nieuwsbericht

Nieuwe maatregel tegen de razendsnelle bevergroei in Zuid-Nederland

Gepubliceerd op: 12 september 2024, 09.21 uur

Sinds enkele jaren breidt de beverpopulatie zich in een enorm snel tempo uit in Zuid-Nederland. Dit lijkt misschien onschuldig, maar deze knagende vrienden zoeken een thuis op plekken waar het niet altijd veilig is voor de inwoners van ons land.

Freek van Gestel, adviseur Ecologie en Groenbeheer bij Rijkswaterstaat, vertelt over de nieuwste maatregel om bevers diervriendelijk te weren: het smeren van pasta op de bomen.

De levensstijl van deze zacht- en bruinbehaarde dieren hebben steeds meer gevolgen binnen Zuid-Nederland. Niet gek, aangezien beverfamilies zich onder goede leefomstandigheden snel verdubbelen. ‘Het is fijn dat onze Nederlandse natuur een goede leefomgeving is voor de bevers’, begint Van Gestel.

‘Maar hoewel u het niet zou verwachten, hebben deze dieren effect op onze veiligheid. Zij knagen namelijk aan bomen en langs wegen en kanalen. Zo kunnen bomen omvallen op drukke wegen of kunnen dijken minder veilig worden. Een situatie die grote risico’s met zich mee brengt.’

Keuzes op de weegschaal

Daarom is het belangrijk om deze bevers naar veiligere plekken te leiden op een natuurlijke manier. ‘Met het bepalen van een geschikte aanpak hebben we wel een afweging te maken’, vertelt Van Gestel verder.

‘Rijkswaterstaat moedigt de natuur van Nederland zoveel mogelijk aan, en tegelijkertijd is het onze rol om Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar te houden. Dit betekent dat we onze burgers willen beschermen, maar de bevers niet op een kwade manier willen wegjagen.’ Momenteel experimenteren we al 5 jaar met de zorgvuldige en diervriendelijke maatregelen. Daar is nu een nieuwe maatregel bijgekomen.

Nieuwste maatregel

‘Eerder werkten we al met onder andere de plaatsing van kippengaas om bomen of langs kanaalwanden, waardoor bevers liever ergens anders knagen’, licht Van Gestel toe. ‘Of vergrootten we de afstand tussen de weg en de bomen, zodat ze bij het omvallen geen invloed hebben op onze veiligheid. Inmiddels experimenteren we met een nieuwe maatregel: het smeren van pasta op bomen.’

Deze pasta, Wöbra, is door de smaak en geur niet bepaald geliefd door onze knagende vrienden. Hierdoor zetten ze hun zoektocht naar een fijnere plek voort. Deze nieuwe maatregel werpt z’n vruchten af doordat de omgeving zo natuurlijk mogelijk in tact blijft, terwijl bevers met resultaat een thuis verderop zoeken.

De bever-werende maatregelen, waaronder de pasta, zetten we pas in wanneer er sporen van bevers zijn geconstateerd

Blijvende afweging

De inzet van maatregelen is nog niet zo simpel. Van Gestel: ‘De bever-werende maatregelen, waaronder de pasta, zetten we pas in wanneer er sporen van bevers zijn geconstateerd. En als we die zien, is het nog de vraag tot waar we de maatregelen treffen. In het zuiden van Nederland hebben we bijvoorbeeld over de 400 km aan oevers langs kanalen. We kunnen moeilijk 400 km lang de pasta gaan smeren bijvoorbeeld.’

‘Dus tot hoever gaan we? En waar willen we die bevers dan naartoe sturen? Dit zijn vragen die we ons voortdurend blijven stellen, en waar we niet altijd direct het antwoord op hebben. Momenteel bepalen we de type maatregel, en de inzet ervan, aan de hand van de betreffende locatie.’

Een vast thuis

Volgens Van Gestel lijkt er ondanks de nieuwe maatregel nog geen permanente oplossing te zijn. Althans, voor nu. ‘Het zou mooi zijn als we in de toekomst de risico’s van bevers meenemen in onze werkwijze’, vertelt Van Gestel over zijn ambitie.

‘Denk bijvoorbeeld aan het direct toepassen van maatregelen tijdens de bouw of onderhoud van kunstwerken als dammen of stuwen. Als we dan toch te werk gaan, en we weten dat er bevers in de omgeving wonen, scheelt het veel extra tijd en geld.’

Zijn ideaaloplossing? Het vinden van een aangewezen locatie in Nederland waar bevers ongestoord kunnen wonen. Een perfect leefgebied waar de natuur z’n gang kan gaan. Maar voor deze optie is in Nederland hoogstwaarschijnlijk geen ruimte. Van Gestel sluit af: ‘Voor nu houden we onze bewoners en de bevers veilig door die laatsten vriendelijk te verleiden naar een aangewezen deurtje verderop.’