Rijkswaterstaat onderzoekt effecten van zandwinning op onderwaternatuur bij Ameland

Ook worden er bodemmonsters genomen. Het onderzoek duurt tot en met 2028.

Zand winnen op de Noordzee

We brengen vanaf dit voorjaar weer zand aan voor het kustonderhoud van Ameland: in de zomer van 2025 op het strand van Ameland-West en in de maanden daarna op de zeebodem bij Ameland-Oost. Het zand voor deze suppleties komt van de Noordzeebodem en wordt gewonnen tot 6 m diepte.

We willen weten hoe het bodemleven er uitziet voor, tijdens en na de zandwinning. Dat wordt vergeleken met vergelijkbare plekken op de zeebodem in de omgeving, waar geen zand wordt gewonnen (‘Before After Control Impact’). Zo wordt kennis verzameld over de terugkeer van de natuur op de zeebodem, om daar bij toekomstige zandwinning nog beter rekening mee te kunnen houden.

Meetframes op de zeebodem

Op 3 locaties ten noorden van Ameland worden meetframes met sensoren op de zeebodem geplaatst: 1 bij de zandwinput en 2 op vergelijkbare locaties in de buurt waar geen zand wordt gewonnen.

De locaties waar de meetframes op de zeebodem staan, worden gemarkeerd met betonning. De meetframes komen op een diepte van 20 tot 25 m op de zeebodem te staan. Op de frames zijn sensoren bevestigd die eigenschappen van het zeewater meten, zoals stromingen en turbulentie, maar ook zuurstof en zoutgehalte.

Aanvullend worden er bodemmonsters genomen om het bodemleven in kaart te brengen. Dit alles geeft inzicht in de omstandigheden die de terugkeer van het bodemleven kunnen beïnvloeden.

We werken tijdens het onderzoek samen met Wageningen Marine Research, Deltares, Technische Universiteit Delft en het Nederland Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Het onderzoek wordt mede gefinancierd door de stichting La MER (waarbij commerciële zandwinbedrijven in Nederland zijn aangesloten).

Het onderzoek duurt nog tot en met 2028. Het is onderdeel van het monitoring- en evaluatieprogramma Zand uit zee nodig voor de vergunning voor zandwinning vanuit de Omgevingswet.