Samenwerking maakt instandhoudingsadvies kunstwerken slimmer, eenvoudiger en beter
Een belangrijk onderdeel van het werk bij Rijkswaterstaat zijn de inspecties in het kader van het programma Instandhoudingsadvisering Kunstwerken (IAK). Hierbij worden elk jaar zo’n duizend inspecties uitgevoerd.
Dit kunnen we natuurlijk niet alleen. Er wordt dan ook intensief samengewerkt met marktpartijen. Sinds 2024 gebeurt dat in een vernieuwend contract.
Landelijk Rijkswaterstaatprogramma
Het programma Instandhoudingsadvisering Kunstwerken (IAK) is een landelijk Rijkswaterstaatprogramma. ‘Naast andere reguliere inspecties onderwerpen we binnen dit programma elke 6 jaar al onze 5.700 kunstwerken, bruggen, sluizen, viaducten, duikers, enzovoort aan een risicogestuurde inspectie,’ vertelt Eliz Liao, tot 1 februari 2025 technisch manager bij IAK.
‘Dat gebeurt aan de hand van bureaustudies, een inspectie buiten waarbij de risico’s in kaart worden gebracht en een rapportage.’
Contractmanager Marten Lagemaat vult aan: ‘Concreet komt dit neer op zo’n 1000 inspecties per jaar. Op basis van de inspectieresultaten volgt een advies over het benodigde onderhoud, de resterende levensduur en de eventuele vernieuwing van het kunstwerk. Zo dragen we met het programma IAK bij aan de instandhoudingsopgave van Rijkswaterstaat.’
Nauw samenwerken
Voor de uitvoering van de inspecties werken we nauw samen met marktpartijen. Eind 2023 is hiervoor een nieuw contract gesloten met 6 ingenieursbureaus. Bijzonder is dat samenwerking in dit contract centraal staat.
‘Het is het 1e IAK-contract waarin we zo nauw met elkaar samenwerken,’ stelt Hans-Peter Kolen, projectleider bij Iv.
Ronald Ligthart, projectleider bij Nebest, beaamt dit. ‘Er is veel meer afstemming, zowel met Rijkswaterstaat als met de andere bureaus. Bij het vorige contract zagen we elkaar bijna nooit. Nu wordt er elke woensdag samengewerkt op het Rijkswaterstaatkantoor in Utrecht. En als projectleiders zien en spreken we elkaar elke maand wel een keer.’
Korte lijnen
Contractmanager Lagemaat vertelt dat het idee achter de intensievere samenwerking binnen dit contract is dat de inspecties slimmer, eenvoudiger en beter worden. ‘In plaats van dat iedereen afzonderlijk z’n ding doet, vergroten we door de samenwerking de meerwaarde voor iedereen en delen we de ontwikkelde kennis met elkaar. 1+1=3, zo moet je het zien.’
Kolen vult aan: ‘Voorheen kregen we een lijstje met te inspecteren kunstwerken en dat was het wel. De rest moesten we zelf uitzoeken. Nu is de samenwerking veel intensiever. Dit leidt tot meer begrip voor elkaar.’ Ook Liao is positief. ‘De lijnen zijn korter; er is veel meer contact. Hierdoor zijn we met z’n allen veel meer bezig met de juiste dingen doen in plaats van ons op randzaken te richten.’
Opener speelveld
Lagemaat geeft aan dat eerdere IAK-contracten weinig ruimte boden voor flexibiliteit.
‘We kochten producten in voor een bepaalde prijs. Maar als er bijzondere situaties optraden met extra werk, gaf dat veel gedoe. Ook optimalisering was moeilijk. De wens was dan ook om tot een opener speelveld te komen. Daarom kopen we nu capaciteit in. Het contract is een middel om onze doelen op het gebied van instandhouding te bereiken. Terwijl hiervoor het contract soms zelf als doel werd gezien.’
Slimmer samenwerken
2024, het 1e jaar van het nieuwe contract, is gebruikt om de samenwerking goed in de steigers te zetten. ‘We hebben met elkaar uitgezocht hoe we het contract het beste kunnen vormgeven,’ zegt Lagemaat. ‘Dat was in het begin even spannend. Bij de eerste bijeenkomsten hielden de ingenieursbureaus hun kaarten veelal nog tegen de borst. Maar inmiddels is daar geen sprake meer van.’
Ligthart kan dat alleen maar beamen: ‘We begonnen wat aarzelend. Van tevoren weet je ook niet hoe zoiets gaat uitpakken. Maar de ervaringen zijn tot nu toe heel positief.’
Lagemaat ziet een sneeuwbaleffect. ‘We zijn klein begonnen door 1 integraal veiligheidsplan op te stellen in plaats van 6 verschillende. Veiligheid is immers voor iedereen belangrijk. Door samen kleine stapjes te zetten en daarin goede ervaringen op te doen, groeit de samenwerking.’
Mooie voorbeelden
Inmiddels zijn er nog meer mooie samenwerkingsvoorbeelden. ‘We werken allemaal met het Data Informatie Systeem Kunstwerken (DISK),’ vertelt Ligthart.
‘Als bureaus zetten we hier de actuele inspectie- en onderhoudsgegevens in. Veel bureaus voeren die gegevens handmatig in en dat kost veel tijd. Bij Nebest hebben we een tool ontwikkeld om dit deels geautomatiseerd te doen. Die tool hebben we met de andere ingenieursbureaus gedeeld, waardoor deze nu iedereen veel werk bespaart.’
Ook Kolen geeft een voorbeeld: ‘De standaard adviesrapportage die we allemaal gebruiken, de zogenaamde instandhoudingsinspectierapportage, is al 11 jaar niet veranderd. Als bureaus hebben we aangegeven dat deze rapportage wel een update kon gebruiken. Daar werken we nu samen aan.’
Lagemaat vindt dat ook een mooi voorbeeld. ‘Als we jaarlijks 1000 inspecties uitvoeren, wordt deze rapportage ook 1000 keer gebruikt. Als dat elke keer iets efficiënter gaat, levert dit een enorm effect op.’
Ontwikkelpaden
Bovenop deze ‘spontane’ initiatieven hebben we 4 ontwikkelpaden in het contract ingebouwd: drone-inspecties, duurzaamheid, inspectieapplicatie en digital twins.
Lagemaat: ‘We hebben de inschrijvers gevraagd om een van deze paden te kiezen en met een plan van aanpak te komen. 4 van de 6 bureaus met wie we nu een contract hebben, zijn met zo’n ontwikkelpad aan de slag en betrekken daar ons en de andere inspectiebureaus bij.’
Ligthart vertelt dat Nebest aan de lat staat voor het thema duurzaamheid. ‘We hebben een herbruikbaarheidsscan ontwikkeld, die circulair werken dichterbij brengt. Dit jaar gaan we deze scan uitrollen onder de andere bureaus.’
Iv doet hetzelfde, maar dan met de inzet van digital twins. ‘We waren hier al mee bezig, maar dit contract biedt ons de ruimte om het in gezamenlijkheid op te pakken. Het is fijn dat we hier nu echt tijd in kunnen steken.’
Vruchten plukken
Al met al zijn de ervaringen van Rijkswaterstaat en de bureaus erg positief. ‘We zijn veel opener naar elkaar,’ geeft Kolen aan. ‘We weten dat we van elkaar kunnen leren en dat we daar allemaal beter van worden.’
Liao is het daarmee eens. ‘Er is een teamgevoel ontstaan, in plaats van als allemaal losse entiteiten met elkaar om te gaan.’
Ligthart vindt dat Rijkswaterstaat en de ingenieursbureaus het goed doen. ‘Alles wat we samen verbeteren, sijpelt bovendien verder door. Dat gaat enorm helpen bij de instandhoudingsopgave van Rijkswaterstaat.’
Lagemaat sluit af: ‘We hebben samen al veel slims ontwikkeld. Daar plukken we met z’n allen de vruchten van.’