Drone2Go: stapsgewijs naar een landelijk netwerk van drones
Met het programma Drone2Go willen we samen met andere hulpverlenende organisaties drone-innovaties versnellen. Ariea Vermeulen (Rijkswaterstaat) en Remco Aagtjes (Politie Oost-Nederland): ‘We bouwen samen aan een stevig fundament voor de toekomst van drones.’
Steeds vaker maken first responders – hulpverlenende organisaties die als eerste ter plaatse zijn bij een incident na een melding – in hun dagelijkse werk gebruik van drones. De politie bijvoorbeeld bij zoekacties naar vermiste personen en Rijkswaterstaat bij incidenten op het water.
Maar de inzet van drones kan breder, sneller en effectiever, zo vinden de hulpverleners. Daarom werken politie, brandweer, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Rijkswaterstaat binnen het project Drone2Go intensief samen. Ze delen kennis en ervaring én stimuleren de dronemarkt om te innoveren.
Eén netwerk van drones
Het ultieme doel van Drone2Go is dat er één netwerk komt van drones in basisstations, verspreid over het land. Vanuit een meldkamer of verkeerspost kunnen de hulpverlenende organisaties op afstand drones aan het werk zetten bij incidenten, zonder toeziend oog van een dronepiloot ter plaatse.
Zo’n landelijk netwerk is een stip op de horizon, benadrukt Ariea Vermeulen, coördinator drones bij Rijkswaterstaat. ‘Er zijn nog veel tussenstappen te nemen. Daarom hebben we deze langetermijndoelstelling opgeknipt in deelprojecten, zogeheten sprints. In elke sprint – die ongeveer 6 tot 8 weken duurt – dagen we marktpartijen uit om vernieuwende technieken en innovaties te demonstreren voor slimmere en efficiëntere drone-toepassingen. Van veilig vliegen en cybersecurity tot artificial intelligence-toepassingen: telkens staat een ander onderwerp centraal, waarbij alle marktpartijen mogen inschrijven.’
Dronemissie op afstand
De uitvragen van de sprints worden samengesteld door de projectgroep van Drone2Go. Remco Aagtjes, operationeel specialist bij de Politie Oost-Nederland, is lid van de projectgroep. ‘Kansrijke innovaties testen we vervolgens in de praktijk, tijdens speciale testdagen.’
Tijdens de meest recente testdag op 23 mei 2022 werd gedemonstreerd hoe een operator vanuit Nijmegen een drone op liet stijgen in Parijs. Hierbij draaide het om de uitvoerbaarheid van een dronemissie op afstand. En hoe deze inzichtelijk wordt voor de operator.
‘Er zijn veel zaken om rekening mee te houden als je op afstand een drone gaat besturen’, licht Aagtjes toe. ‘Op hoeveel km afstand bevindt zich het incident? Hoe lang doet de drone erover om daar te komen? Ook windrichting en windkracht, no-fly zones en vliegverkeer spelen mee. De software van het besturingsprogramma moet met al deze zaken rekening houden en de gegevens in één oogopslag inzichtelijk maken voor de operator.’
Meer ontwikkelingen in het verschiet
Vermeulen en Aagtjes zijn blij met de samenwerking binnen Drone2Go en de innovatiekracht van de markt. Aagtjes: ‘We zijn al veel waardevolle toepassingen voor first responders rijker en er liggen nog meer ontwikkelingen in het verschiet. Ik denk dan aan aanvullende plug-ins op basis van artificial intelligence. Bijvoorbeeld voor slachtofferherkenning vanuit de lucht of het opsporen van vluchtroutes op afstand.’
Vermeulen is het daarmee eens: ‘Ik zie nog heel veel mogelijkheden voor de toepassing van drones, wat ook weer mooie kansen biedt voor de markt. Maar daarvoor moeten eerst alle basistechnieken en de regelgeving op orde zijn. Binnen Drone2Go maken we daarin mooie stappen. Samen bouwen we aan een stevig fundament voor de toekomst.’
Een uitgebreide versie van dit artikel lees je in het nieuwste magazine Rijkswaterstaat Zakelijk & Innovatie.