Nieuw waterakkoord voor gezamenlijk waterbeheer Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal
Op 13 oktober 2022 tekenden Rijkswaterstaat en de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht, De Stichtse Rijnlanden, Hollands Noorderkwartier en Rijnland een geactualiseerd waterakkoord.
In dit akkoord maken de waterbeheerders samen afspraken over het water van het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal.
Waterakkoord
In het waterakkoord staan afspraken tussen de 5 waterbeheerders die gaan over het Noordzeekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal en op de uitwisselpunten met de regionale watersystemen. Dit watersysteem loopt van de Lek tot aan de Noordzee. Sinds 1992 is voor dit watersysteem een waterakkoord geldig. De vorige vernieuwing is in 2013 gedaan.
Belangrijk instrument waterbeheerders
Voor het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal is het akkoord een belangrijk instrument omdat de waterbeheerders in het gebied een grote onderlinge afhankelijkheid kennen. In het gebied komen zoet en zout water bij elkaar en kenmerkt zich door een combinatie van grote economische voordelen en beperkte marges in het waterbeheer.
Het peil mag niet te hoog of te laag komen. De kanalen brengen en ontvangen dagelijks veel water naar en van de omliggende gebieden. Het water dient vele functies. Denk daarbij aan natuur, drinkwater, landbouw, industrie en scheepvaart. Daarom zijn gezamenlijke afspraken ten behoeve van doelmatig beheer belangrijk.
Realtime data
Dankzij de uitgevoerde actualisatie past het waterakkoord weer bij het operationele waterbeheer in 2022. Zo verwijst het akkoord naar het gezamenlijke informatiescherm waar de 5 waterbeheerders realtime data delen. Bijvoorbeeld over een teveel aan regenwater dat wordt afgevoerd om te beschermen tegen overstromingen en wateroverlast. Of over het zoutgehalte van de kanalen ten tijde van droogte.
In een tijd waarin we steeds vaker te maken hebben met extreem weer, legt het waterakkoord belangrijke afspraken vast voor grensoverschrijdend waterbeheer.