Nieuwsbericht

Werken aan de toekomst: groene zonneparken

Gepubliceerd op: 12 oktober 2023, 10.36 uur - Laatste update: 16 oktober 2023, 10.25 uur

Natuurlijk Dichtbij staat in het najaar van 2023 in het teken van ‘Werken voor de toekomst’. Een toekomst waarin we steeds vaker natuurvriendelijke oplossingen bedenken voor de bescherming en doorstroming van onze infrastructuur. 

Met bijvoorbeeld bloemrijke dijken, faunapassages of projecten als de Zandmotor. En zonneparken, waar we de energietransitie combineren met natuurbehoud. Voor een stralende, groene toekomst.

Bij de start van de campagne toonden we het belang van natuurvriendelijke oplossingen bij allerlei projecten van Rijkswaterstaat. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Daarvoor nemen we een kijkje achter de schermen bij verschillende zonneparken.

Zonneparken

Om de klimaatdoelen te behalen is de inzet van zonne-energie belangrijk. Daarom kijkt het Rijk naar alle plekken waar zonneparken gebouwd kunnen worden. Bermen en knooppunten naast snelwegen zijn vaak geschikte plekken. De natuur in deze omgeving mag niet lijden onder de aanleg van een zonnepark. In dit artikel leest u hoe we in zonneparken energietransitie combineren met natuurbehoud.

De natuurwaarde meten

Voor we een zonnepark bouwen, bepalen we eerst de natuurwaarde van het beoogde gebied. Dit doen we om te voorkomen dat zonneparken op kostbare natuur terechtkomen.

Die natuurwaarde berekenen we door verschillende factoren op te tellen. Denk hierbij aan de grootte van de biodiversiteit of de zeldzaamheid van verschillende soorten. Al deze factoren stellen we tijdens de verkenningsfase van een project vast. Is de natuurwaarde van een gebied te hoog, dan komt die omgeving niet snel in aanmerking voor de bouw van een zonnepark.

Een plant wil ook licht

Naast de natuurwaarde houden we ook rekening met de minimale lichtinval die de omgeving nodig heeft. Plantengroei vergt licht, wat een zonnepaneel deels verhinderd. Minder licht betekent niet direct dat er minder begroeiing is. Sommige planten houden juist van schaduw. Maar andere planten, zoals grassen, hebben meer licht nodig om te groeien.

Aan de hand van een model van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en de zogenaamde bodemtoets berekenen we de minimale benodigde lichtinval die nodig is om de begroeiing te behouden.

Actief natuurbehoud

Op basis van literatuuronderzoek, expertmeetings en praktijkervaringen ontstaat er steeds meer kennis over hoe we het beheer van zonneparken het beste vormgeven. Denk aan de maximale hoeveelheid grond die een paneel mag bedekken, de stand van de panelen en de onderhoudsmethode van een gebied. Deze ontwerpen hebben direct invloed op de licht- en regeninval, en dus op het welzijn van begroeiing en de bodem.

Nader onderzoek is nodig om de relatie tussen natuur en zonneparken verder uit te diepen. Wageningen Universiteit is druk mee bezig met dat onderzoek, onder andere door het effect van zonneparken op begroeiing en bodem te bestuderen. En hoe we deze effecten beïnvloeden. Uiteindelijk vertalen we de bevindingen naar richtlijnen. Zo leggen we de basis voor een stralende groene toekomst.

Meer informatie #NatuurlijkDichtbij

Dit artikel is onderdeel van de online campagne #NatuurlijkDichtbij, een initiatief van Rijkswaterstaat om tijdens Week van het Water aandacht te geven aan het werk dat de organisatie uitvoert voor het behoud van onze natuur. Voor het heden en voor de toekomst.

Dit artikel kwam tot stand na een gesprek met Mattijs Erberveld, innovatie-adviseur Ruimte en Duurzaamheid bij Rijkswaterstaat.