Dijkversterking Marken: archeologische vondst
Zodra Rijkswaterstaat ergens in het land een schep in de grond zet, kan daar archeologisch onderzoek bij komen kijken. Zeker als men verwacht in die grond iets van historische waarde aan te treffen. Zoals bij de dijkversterking op Marken. Want aan de Zuidkade van het eiland zouden tot in de 18e eeuw 3 ‘werven’ (bewoonde terpen) hebben gelegen.
Tussen 2010 en 2018 is al uitvoerig vooronderzoek gedaan naar deze verdronken werven. Meerdere archeologische teams bezochten het eiland met boren, radar en sonar om de bewuste plek te onderzoeken. Binnendijks gaven zij 7 zones aan waar nog archeologische resten aanwezig kunnen zijn.
Deze resten konden met de huidige gebruikte methoden, zoals boren, niet gevonden worden. Maar onderzoek met bijvoorbeeld proefsleuven kan deze wel opsporen. Zo lang er voor de dijkversterking echter geen werkzaamheden plaatsvinden in de ondergrond, blijven de resten ongestoord liggen.
Buitendijks werd eerder nooit iets waardevols gevonden. Totdat aannemerscombinatie Hof op Marken in 2023 de bak van een graafmachine in het water liet zakken…
Dijkdoorbraken
Op oude kaarten van Marken zie je ze nog liggen: 3 punten aan de zuidkant van het eiland. Tot diep in de 18e eeuw woonden hier mensen op terpen. Maar doordat de Zuiderzee destijds nog vrij spel had, zijn die buurten verdwenen. Althans, we zien ze niet meer met het blote oog.
‘Ze zijn prijsgegeven aan de zee’, weet historicus en Marker Jan Schild. ‘Niet dat er geen dijken waren in die tijd, want die zijn er al sinds de 12e eeuw. Maar de dijken waren laag en niet sterk, en de zee was vaak woest.'
'Dus als er een dijk onherstelbaar doorbrak, bouwden de bewoners een stukje landinwaarts een nieuwe. Zo offerde men steeds een stukje land aan zee waardoor er sindsdien ongeveer een 3e deel van het eiland is verdwenen.’
Archeologisch monument
Door deze kennis van de historie is de plek waar deze werven lagen bij het Rijk al langer bekend als archeologisch monument: een gebied met archeologische waarde.
In 2010 werd dat vastgelegd in het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS) van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed: een databank met gegevens over archeologische vindplaatsen. De bestemmingsplannen voor dit soort gebieden geven vaak aan: niet aankomen.
Maar als er dan toch in de buurt werkzaamheden moeten plaatsvinden – zoals een dijkversterking - dan gaat daar op locatie een archeologisch onderzoek aan vooraf.
Verdronken terpen
Zo ook op Marken. ‘Volgens de informatie uit ARCHIS konden we aan de Zuidkade resten verwachten van 3 verdronken terpen, te weten: Thamiswerf, Houtemanswerf en de Kraaienwerf. Deze zijn respectievelijk kort na 1720, kort na 1703 en rond 1775 onder water verdwenen’, zegt projectleider Rogier de Groot van archeologisch adviesbureau RAAP.
Als onderaannemer probeert hij samen met de combinatie Hof op Marken dit onderzoek en de dijkwerkzaamheden zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
‘Voordat de aannemer aan de slag kon, is de Zuidkade buitendijks onderzocht met sonar en radartechnieken. Daar werd met een single beam sonar niets anders gevonden dan een langwerpige structuur die is geïnterpreteerd als de resten van een stenen dam.'
'Maar omdat die dam geen archeologisch object vormde (want steen, red.), en er verder ook geen archeologische vondsten werden gedaan, kon de aannemer daar starten met de versterkingswerkzaamheden.'
'En omdat de dam verwijderd moest worden voor de dijkversterking, wilde de aannemer eerst de ligging van die dam in kaart brengen met een oostelijke en een westelijke proefsleuf.’
Buit van hout
En zo liet een graafmachinist van de combinatie Hof op Marken op 24 mei 2023 zijn graafarm in het water zakken voor zo’n proefsleuf. Maar waar hij verwachtte op steen te stuiten, haalde hij houten planken en een paal omhoog. Een buit die in overleg met de gemeente Waterland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dan toch nader onderzocht werd.
En wat bleek? Dit waren niet zomaar planken, maar grenenhouten planken afkomstig uit het Oostzeegebied. Jaarringenonderzoek wees bovendien uit dat het hout stamt uit het najaar van 1760/1761.
Er werd vastgesteld dat er onder water 2 parallel lopende rijen van planken en palen staan met daartussen klei. Waarmee ze eerder op een dijklichaam of beschoeiing lijken dan op een dam.
De Groot: ‘De resten zijn gevonden binnen de grens van het archeologisch monument. En daaruit leiden we af dat deze toevalsvondst bij een van de verdronken werven hoort. Dat zal Kraaienwerf moeten zijn, aangezien Thamiswerf en Houtemanswerf al voor 1760/1761 waren vergaan.'
'Op oude kaarten is bovendien een dijk aangegeven ten zuiden van Kraaienwerf, dus is het best mogelijk dat dit daar resten van zijn.’
Jan Schild kan zich grotendeels vinden in deze conclusie: ‘Gezien de historie van dit gebied is het natuurlijk te verwachten dat we hier vroeg of laat iets vinden van die terpen. Ik vermoed dan ook dat het een deel is van een palenscherm dat de bewoonde terp moest beschermen tegen afkalven. Of van een prijsgegeven dijk. De terpen zelf zijn lang geleden gesloopt, dus daarvan kan het niet zijn.'
Kunstwerk
Hoe het precies zit, dat zal eventueel nader onderzoek in de toekomst moeten uitwijzen. Op dit moment zijn de huidige vondsten in kaart gebracht en kan Rijkswaterstaat ongestoord verder met de dijkversterking.
De Groot: ‘Waar archeologische resten geen belemmering vormen voor civiele werkzaamheden en in de bodem bewaard kunnen blijven, daar laten we ze bij voorkeur liggen. In dit geval blijven de bodemomstandigheden gelijk en dus blijft het hout daar het beste behouden. Totdat iemand in de toekomst het misschien nodig vindt het alsnog naar boven te halen.'
'Zodra de aannemer nieuwe vondsten tegenkomt, komen wij weer in actie om die te documenteren en beschrijven.’
De 5 planken en de paal die wel werden opgegraven worden later dit jaar getoond aan de inwoners van Marken tijdens een informatiebijeenkomst. De exacte datum van deze bijeenkomst wordt later bekend gemaakt.