Interview

Het grondwater op peil dankzij bentonietmatten

Gepubliceerd op: 10 december 2024, 12.06 uur

Momenteel maken we het kanaalgedeelte tussen Berg en het sluiscomplex Born nagenoeg waterdicht. Dit doen we om te voorkomen dat het water door de bodem van het Julianakanaal lekt, waardoor het grondwaterpeil stijgt. Dit kan leiden tot problemen voor, onder andere, de ecologie van de Kingbeek, de boeren en omwonenden. 

Hoe we het Julianakanaal nagenoeg waterdicht maken? Kees Dorst, technisch manager bij Rijkswaterstaat, legt uit.

‘Toen het Julianakanaal 90 jaar geleden werd aangelegd, gebruikte Rijkswaterstaat dikke lagen klei (en alles wat erop leek) en grond om te voorkomen dat het kanaal lekte door de bodem’, vertelt Dorst. Dat werkte niet overal zoals gehoopt: het kanaal was op enkele plaatsen zo lek als een mandje. Bij het vullen van het kanaal steeg het grondwaterpeil enorm en enkele omliggende dorpen liepen onder water.’

Met extra maatregelen en de natuurlijke laag slib die ontstond, werd de kanaalbodem alsnog waterdicht. ‘U snapt dat we het nu anders aan willen pakken', reageert de technisch manager. ‘We willen nu niet tonnen aan klei importeren en willen wel de garantie van een lekvrij kanaal.’ De oplossing? Bentonietmatten.

Een waterdichte laag

Een bentonietmat zorgt voor een nagenoeg waterdichte laag op de bodem van het kanaal.

Dorst legt uit: ‘Het is eigenlijk vrij simpel. De mat is ongeveer 2 cm dik en bestaat uit meerdere lagen geotextiel. Tussen die lagen zit bentonietpoeder ingeklemd. Het poeder zwelt op wanneer het in aanraking komt met water. Door die lagen heel goed aan elkaar vast te maken, zwelt het poeder op zo’n manier op dat er nagenoeg geen water meer doorheen kan. Daardoor creëren we een waterdichte laag op de rivierbodem. Zo zorgen we ervoor dat er geen kanaalwater lekt naar de omgeving.’

De bentonietmatten zijn van kunststof, maar breken niet af in microplastics. Dorst: ‘Uit vele onderzoeken en proeven is gebleken dat een bentonietmat ruim 100 jaar meegaat.’

Een goede voorbereiding is het halve werk

‘De matten aanleggen is zo gedaan’, zegt de technisch manager opgewekt. ‘Je kan het vergelijken met een grasmat: zolang je weet waar de mat komt te liggen, is het een kwestie van neerleggen en uitrollen. Nee, het meeste werk zit hem in de voorbereiding.’ Dorst doelt hiermee op het uitgraven en klaarmaken van de kanaalbodem.

‘Het doel van de werkzaamheden is natuurlijk het verdiepen van het kanaal, dus we moeten eerst die werkzaamheden afwachten. Maar we moeten er ook voor zorgen dat de bodem van het kanaal zo vlak mogelijk is, omdat stenen de matten kunnen beschadigen.’

Dorst vervolgt: ‘Wanneer alle voorbereidingen zijn afgerond, rollen we de matten van ongeveer 5 m breed en 25 m lang uit. Iedere mat ligt een halve meter op de aansluitende mat om er zeker van te zijn dat er geen gaten ontstaan.’ De laatste stap is om ballast in de vorm van grind en stenen op de matten te storten. Die ballast houdt de matten op hun plaats en beschermt ze tegen bijvoorbeeld ankers.

Once in a lifetime

Intussen is de aanleg van de bentonietmatten al ver gevorderd. ‘We streven er nog steeds naar om in april 2025 het kanaal voor de scheepvaart open te stellen’, vertelt Dorst. ‘Met man en macht bereiden we de aanleg van de matten zo snel en efficiënt voor.’

Hij voegt toe: ‘Het blijft een ontzettend bijzonder project. We staan iedere dag op een kanaalbodem die ruim 90 jaar onder water heeft gestaan. Tegelijkertijd leggen we matten aan die 100 jaar meegaan. Je kan dus wel zeggen dat dit een once in a lifetime ervaring is.’