Varen op de vaarwegen vraagt om precisiewerk
Schippers hebben door opleiding en ervaring geleerd hoe ze zich door complexe situaties kunnen loodsen. Toch zijn er nog locaties en situaties op de Maas die extra aandacht nodig hebben. Vooral bij verhoogde afvoeren, zoals de omgeving van keersluis Limmel en het invaren van havens.
Rijkswaterstaat Zuid Nederland kijkt samen met de brancheverenigingen en verladers wat hier op korte termijn aan verbeterd kan worden.
Veiligheid voorop
De partijen vinden veiligheid op en rondom de vaarweg altijd van groot belang. Voor een aantal knelpunten zijn in het verleden al maatregelen genomen om de vaarweg veiliger te maken, maar er is behoefte aan het nemen van meer maatregelen.
Dit speelt met name bij hogere afvoeren, omdat dit kan leiden tot een sterke stroming en veranderde vaarcondities.
Uitdagingen schippers bij hogere afvoeren
Stuwen in de rivier zijn bekende risicolocaties. Bij stuwen staat vaak een sterke en gevaarlijke stroming als gevolg van het hoogteverschil over de stuw. De omgeving van stuw Borgharen, samen met keersluis Limmel, kent een aantal bijzonderheden. Zo ligt de stuw dicht op de vaarweg in de Maas naar het Julianakanaal: hierdoor ontstaat op de vaarweg een sterke zijstroom.
Deze wordt flink sterker bij afvoeren vanaf 800 m3/s. Schippers moeten dan van een snelstromende Maas met zijstroom, naar het Julianakanaal met nagenoeg stilstaand water. Er is voor schippers weinig ruimte en tijd om te corrigeren als dit nodig is.
Bij hoge afvoeren worden de stuwen op de Maas gestreken, waardoor de rivier ongestuwd raakt en de stroomsnelheid toeneemt. Dit maakt ook het invaren van havens die direct aan de Maas liggen lastiger. Daarnaast kan het invaren van de toeleidingskanalen richting de sluizen hierdoor complexer worden.
De kennis over en ervaring met deze moeilijkere omstandigheden is mogelijk niet bij alle schippers en verladers voldoende aanwezig. Naast partijen die heel goed weten wat de effecten zijn, hebben we ook te maken met schippers die niet vaak op de Maas varen.
Genomen maatregelen
We hebben in het verleden al een aantal maatregelen genomen. Zo zijn er in 2005 ballenlijnen bovenstrooms van alle stuwen aangelegd. Deze dienen als waarschuwing. Ook zijn er extra markeringen aangebracht bij de stuwen die de juiste vaarroute aanwijzen en is de informatie op de digitale navigatiekaarten verbeterd.
Bij stuw Borgharen staan borden die in 4 talen aangeven dat hier een gevaarlijke dwarsstroom aanwezig is. Boven de 500 m3/s knipperen ze oranje om de attentiewaarde te vergroten.
Project Zuidelijk Maasdal
Naast het probleem met de stroming bij de invaart van het Julianakanaal is op het traject extra ruimte nodig waar tegemoetkomende schepen elkaar veilig kunnen passeren. In het BO-MIRT eind 2024 is besloten om de spoorbrug in Maastricht hiervoor te slopen.
Het nader uitwerken van maatregelen voor het veilig toelaten van grotere en diepere schepen wordt ook meegenomen in het project Zuidelijk Maasdal.
Nieuwe maatregelen korte termijn
Om op de korte termijn het risico te verkleinen, kijken de verschillende partijen naar mogelijkheden. Zoals het vergroten van de kennis en het bewustzijn van de schippers, maar ook de verladers.
Ideeën die worden bekeken zijn bijvoorbeeld een waarschuwing binnen de digitale navigatiekaarten vanaf een bepaalde afvoer, of het meegeven van een flyer met informatie aan de schipper als hij of zij de laadpapieren krijgt.
Evofenedex
Ricky Voorn, beleidsadviseur binnenvaart van evofenedex zegt hierover, 'Bij evofenedex staat veiligheid altijd voorop. Schippers en verladers hebben een gezamenlijke opgave om de binnenvaart zo veilig mogelijk te maken. Buiten het feit dat je fysieke en materiële schade altijd wil voorkomen, kunnen eventuele ongevallen zorgen voor stremmingen.'
'Ook daar heeft niemand baat bij, en dat komt ook niet ten goede van het imago van de binnenvaart. Samen moeten we er voor zorgen dat er geen ongevallen gebeuren en dat we leren van bijna-ongevallen, zodat dit in de toekomst niet mis gaat. Ook op het gebied van (het voorkomen van) ongevallen moet de binnenvaart als sector betrouwbaar zijn.'
KBN
Leny van Toorenburg van Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) benadrukt het belang van goede voorlichting: 'Veiligheid is een groot goed! In de binnenvaart hebben we te maken met schippers uit alle windstreken: sommigen kennen de Maas als hun broekzak, maar anderen zijn hier nieuw of komen er slechts sporadisch.'
'Het is belangrijk dat iedereen veilig kan omgaan met de uitdagende omstandigheden, ongeacht hun ervaring. Daarom is de kennisdeling en praktische ondersteuning zo belangrijk.'