Wat is er nodig voor een sterke kustlijn en een breed strand?
Het strand en de duinen zijn niet alleen belangrijk voor de bescherming tegen de zee, maar ook essentieel voor de lokale economie. Voor Rijkswaterstaat is het doel om de kust op zijn plaats te houden met behulp van zand. Maar kustgemeenten hebben ook nog belang bij een breed strand. Kunnen kustonderhoud en behoud van het strand samengaan?
Rijkswaterstaat en de kustgemeenten onderzochten de mogelijkheden. Joost Verheijden, omgevingsmanager Kustlijnzorg bij Rijkswaterstaat, en John de Jonge, wethouder van gemeente Veere, vertellen over het gebruik van een ‘recreatief zandfonds’ in Domburg en Cadzand.
De kust op zijn plaats houden
Sinds 1990 meten we ieder jaar de kustlijn van Nederland. Deze kustlijn bestaat uit zand dat in het water, op het strand en in de duinen ligt. Als de zee te veel van deze kustlijn heeft weggeslagen, brengen sleephopperzuigers zand uit de Noordzee naar de kust.
Afhankelijk van de vorm van de kust spuiten we via leidingen zand direct op het strand, of we storten het vlak voor de kust op de zeebodem,' vertelt Joost Verheijden. 'In de loop van de tijd verspreidt dat zand zich door wind en water naar het strand en verder de duinen in. Dankzij de jaarlijkse kustmetingen weten we precies hoeveel zand op het strand aanwezig is en als het nodig is, zorgen we dat er met voldoende zand voor de kustlijn op zijn plaats blijft.’
Verheijden vervolgt: ‘We beschermen Nederland niet alleen tegen de zee en groeien mee met de zeespiegel. We houden ook ruimte voor natuur, recreatie en drinkwaterwinning. Het behoud van een breed strand hoort hier dus niet bij.'
Genieten van een breed strand
Een breed strand is juist wel belangrijk voor de economie van kustgemeenten. ‘Het hele jaar door komen miljoenen mensen naar het strand,’ reageert John de Jonge.
‘In de zomer om te genieten van de zon, in de winter om een frisse neus te halen. Dan is het handig als het strand breed genoeg is. Hoewel er door de zandsuppletie wel extra zand op de kust komt, kan dat zand na 1 storm ook weer in de duinen of onderwater liggen.’
‘We zoeken als gemeente dus naar een manier om ondernemers, toeristen en hulpdiensten te garanderen dat het strand breed genoeg is. Wij hebben niet de financiële middelen om zelf suppleties uit te voeren. En Rijkswaterstaat kan binnen de kaders van haar opdracht niet voldoen aan onze wensen. We moesten dus op zoek naar een andere oplossing.’
Het recreatief zandfonds
Na het onderzoeken van verschillende mogelijkheden, lijkt het recreatief zandfonds de oplossing te zijn. Het zandfonds is een samenwerking tussen de Zeeuwse gemeentes Sluis, Vlissingen, Veere, Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland. Het doel is om de wens van de gemeenten te combineren met de taak van Rijkswaterstaat.
Wat daarvoor nodig is? ‘Allereerst geld,’ antwoordt De Jonge. ‘Daarom leggen wij als gemeenten ieder jaar 1 miljoen euro in het zandfonds in. Vervolgens heeft Rijkswaterstaat onderzocht wat hiermee de mogelijkheden zijn.’
Verheijden reageert: ‘We hebben in ons werk te maken met strakke kaders. Niet alleen vanuit onze verantwoordelijkheden, maar ook in capaciteit, geld en tijd. Binnen die kaders onderzochten we de mogelijkheden om de kust te blijven onderhouden, maar ook het effect voor de gemeente te vergroten.’
Cadzand en Domburg
Uiteindelijk zijn 2 opties geschikt, die we momenteel uittesten in Cadzand en Domburg. ‘Normaal krijgen aannemers 2 jaar de tijd om een zandsuppletie uit te voeren,’ legt Verheijden uit.
‘Daarmee kunnen die hun schepen en materieel zo efficiënt mogelijk inplannen. Nu kijken we in Cadzand en Domburg wat het mogelijk extra kost als we de suppletie binnen 6 maanden uitvoeren, voor het toeristische seizoen. In het voorjaar, na het stormseizoen, is de kans groter dat het zand langer op het strand blijft liggen.’
In Cadzand testen we een 2e optie. ‘Daar verdelen we het zand anders over het strand,’ vertelt Verheijden. ‘We verplaatsen een deel van het zand dat onder water ligt naar hoog op het strand, waar het beter beschermd is tegen wind. Wij verwachten dat beide opties bijdragen aan zowel het kustonderhoud als behoud van de strandbreedte. Op basis van de ervaringen in Domburg en Cadzand gaan we evalueren of dat ook echt zo is.’
Op goed vertrouwen
Zowel Verheijden als De Jonge zien de pilots in Cadzand en Domburg als een mijlpaal. ‘Het zoeken naar ruimte binnen onze kaders was een hele klus,’ vertelt Verheijden.
‘Het vroeg om inspanning en vertrouwen aan beide kanten. Met oog voor elkaars belangen zochten we de samenwerking op. Dat we dit nu in de praktijk gaan brengen, is heel positief.’ De Jonge voegt daaraan toe: ‘Hoewel de situatie van iedere kustgemeente anders is, denk ik dat deze samenwerking zeker als een inspiratiebron kan dienen voor andere.’