Wiepen aan het werk Ð Dijkversterking Marken We versterken de dijk om Marken. In twee jaar tijd brengen we zo'n negen zandlagen aan tegen de bestaande dijk. Elke laag krijgt voldoende tijd om te zetten, zodat de dijk sterk en stabiel wordt. Na de vierde zandlaag plaatsen de waterbouwers de tijdelijke wiepen. Wiepen zijn matten van jong wilgenhout. We knopen deze matten ter plekke aan elkaar. Onder de matten ligt geotextiel, een stevig doek. Het doek verdeelt de druk van de volgende zandlagen. Zo voorkomen we erosie en verzakkingen. En dankzij de matten blijft het doek goed op zijn plek. Dijkwerkers zetten wiepen al eeuwen in om erosie tegen te gaan. Nu kunnen we verder werken aan de volgende zandlagen. Als het zand voldoende is gezet, halen we de wiepen weer weg. Daarna werken we - tot 2028 - door aan de afwerking van de dijk. Zo beschermen we Marken de komende 50 jaar tegen het water. Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl/dijkversterkingmarken. Een productie van Rijkswaterstaat copyright 2025
Wilgentakken beschermen de dijk op Marken
Bij de versterking van de dijk op Marken wordt een ouderwetse techniek toegepast: wiepen. Ze waren de afgelopen weken te zien op Marken, bundels met takken langs de dijk. Maar wat zijn wiepen precies, en waarom worden ze gebruikt?

Wiepen zijn bundels van wilgentakken. De dijkwerkers plaatsen ze boven op een kunststoffen doek (geotextiel) zodat het doek goed op z’n plek blijft liggen.
Het geotextiel is een doek van kunstvezel dat wel water doorlaat, maar geen zand. Op deze manier kan het zand niet verdwijnen onder invloed van stroming en golven.
‘Geotextiel werkt zoals worteldoek in je tuin’, legt Thomas Wassenaar uit, realisatiemanager bij Combinatie Hof op Marken. ‘Water gaat erdoorheen, maar de grond blijft liggen. Zonder deze bescherming zou het zand dat we nu aanbrengen weg kunnen spoelen, bijvoorbeeld tijdens een storm.’
Een simpele maar effectieve techniek
‘De vakmensen die de wiepen knopen en neerleggen, werken zo snel dat we ze soms een dag moeten laten stoppen, omdat ze harder gaan dan wij met zandspuiten’, zegt Wassenaar.
Nog maar een klein groepje mensen heeft dit ambacht in de vingers. En die knopen de wiepen door heel Nederland, weet Wassenaar. ‘Van sluizen tot dijken, op veel plekken wordt deze simpele maar effectieve techniek nog toegepast.’
Zo stevig mogelijk
Bij veel dijken blijven de wiepen in de dijk liggen en vergaan ze na verloop van tijd. Op Marken wordt de 5 km aan wiepen die nu wordt aangelegd, na ongeveer een jaar wel weggehaald.
Na dat jaar heeft de ondergrond van de nieuwe dijk genoeg ‘gezet’, oftewel gerust. Dan is het tijd voor de volgende stap en de volgende lagen zand.
Na weer een paar zandlagen wordt er wederom een laag geotextiel met wiepen gelegd, om de voorbelasting voor de nieuwe dijk zo stevig mogelijk te maken. Uiteindelijk komen er 8 of 9 lagen zand voor de dijkversterking.
Vakmanschap uit de Betuwe
De wilgentakken voor de wiepen komen van een gespecialiseerd bedrijf uit de Betuwe. Ze hebben boomgaarden waar alleen wilgen voor wiepen worden gekweekt. ‘De takken mogen niet vers zijn, maar ook niet te oud en broos’, legt Wassenaar uit.
‘Ze moeten flexibel blijven, maar geen levend hout meer zijn.’ In een speciale drogerij worden ze zorgvuldig gedroogd en gekeerd om gelijkmatig te besterven.

Ouderwetse techniek
De methode met wiepen is zeker niet nieuw. ‘In Nederland gebruiken we de techniek al zo lang als we dijken bouwen’, weet Wassenaar. ‘Vroeger, voor de komst van geotextiel, werden hele matten gevlochten van wilgentakken, de zogeheten wiepenmatten.
Tijdens de bouw van bijvoorbeeld de Afsluitdijk bestond geotextiel nog niet; ook daar zijn wiepenmatten gebruikt.’ Elke grote dijk in Nederland die ouder is dan 80 jaar, is op deze manier gebouwd. Bij nieuwe dijken en dijkverzwaringsprojecten wordt een combinatie van wiepen en geotextiel toegepast.
‘Hoewel we tegenwoordig dus ook gebruikmaken van modernere materialen, zoals geotextiel, gebruiken we ook nog volop wiepen. Dit werkt gewoon goed, ook anno 2025. De wiepen bewijzen keer op keer hun waarde.’