Twentekanaal
Het Twentekanaal loopt van Eefde (bij Zutphen) via Hengelo naar Enschede, met een aftakking naar Almelo. Daarom spreken we ook wel van de Twentekanalen.
Kenmerken Twentekanaal
- Lengte: 47 km (Eefde-Enschede), 16 km (zijtak Delden-Almelo)
- Breedte: 50 m
- Diepte: -5,00 tot -3,30 KP (Eefde-Enschede), -4,20 tot -3,50 KP (zijtak Delden-Almelo)
De sluizen in het Twentekanaal
Het totale hoogteverschil tussen Zutphen en Enschede is rond de 20 m. Om dat verschil te overbruggen zijn er in het Twentekanaal 3 schutsluizen:
- Sluis Eefde
- Sluis van Delden
- Sluis bij Hengelo
In de zijtak naar Almelo bevinden zich geen schutsluizen.
De geschiedenis van het Twentekanaal
Op 12 maart 1930 werd begonnen met de aanleg van de hoofdtak. Bij de aanleg van het kanaal gebruikte men een baggermolen. Door de crisis is in het kader van werkverschaffing echter bijna 14 km met de hand gegraven.
Het kanaal werd gegraven voor een betere aanvoer van grondstoffen voor de Twentse textielindustrie en voor de toevoer van steenkool uit de mijnen in Limburg. Daarnaast kreeg het kanaal de functie van het op peil houden van het water. In het verleden traden met name de riviertjes de Berkel, de Regge en de Schipbeek regelmatig buiten hun oevers. Overtollig water wordt afgevoerd. Ook is het steeds vaker nodig om bij droogte water van de IJssel in te laten.
Dat het Twentekanaal 2 belangrijke functies kreeg was bijzonder in die tijd. De afwateringsfunctie zou strijdig zijn met de belangen van de scheepvaart. Uiteindelijk speelde de afwateringsfunctie echter een cruciale rol in het besluit om de aanleg van het kanaal, ten tijde van crisis, door te laten gaan. Een belangrijk moment in de Nederlandse waterbeheergeschiedenis.