Doelen en resultaten
De bruggen in Nederland hebben een belangrijke functie. Ze zorgen ervoor dat we met elkaar in verbinding blijven. Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt veel van deze bruggen, waaronder de Kooybrug. In 2024 en 2025 starten we een noodzakelijke renovatie. Op deze pagina leest u meer over de doelen en resultaten.
De Kooybrug (N99) over het Noordhollandsch Kanaal in Den Helder is in 1989 gebouwd. Door de brug te renoveren, kan hij de komende 30 jaar weer mee. We kiezen er bewust voor om de brug niet te vervangen, maar te renoveren. Dit is duurzaam en kostenbesparend.
Nieuwe bediening en vernieuwen bewegingswerken Kooybrug
Nu wordt de Kooybrug nog bediend vanuit de bedienpost aan de Oostoeverweg in Den Helder. Tijdens de werkzaamheden vervangen we de bediening en besturing door een compleet nieuw systeem. Daarna verhuist de bediening naar de nieuwe bediencentrale van de provincie Noord-Holland in Heerhugowaard.
Tijdens de renovatie vervangen we de bewegings- en remwerken van de Kooybrug. We nemen ook alle land- en scheepvaartseinen (slagbomen en lichten) onder handen. Afsluitend wordt de brug geconserveerd, waarbij we een beschermingslaag aanbrengen op de bewegende onderdelen van de brug.
De wachtplaatsvoorzieningen voor scheepvaart en de remmingswerken van de brug zijn in aanloop naar de renovatiewerkzaamheden al vervangen.
Vernieuwen wegdek
Het wegdek, de voegen en het asfalt worden vernieuwd. We starten met werkzaamheden aan de hoofdrijbaan (N99) en daarna wordt de parellelrijbaan (Touwslagersweg) onder handen genomen.
De scheurvorming aan het brugdek en de betonschade aan de onderkant van de brug zijn in aanloop van de renovatiewerkzaamheden al gerepareerd, net als kleine onderdelen zoals leuningen van de trapopgang en toegangsdeuren van de middenpijler en de kelder van de brug.
Chroom-6 verwijderen
De rode verf op de stalen constructie van de brug bevat chroom-6. Onze specialisten stralen deze verf onder hoge druk van de brug. Bij het verwijderen van de verf isoleren we de werkomgeving. Zo zorgen we dat er geen verfresten in de omgeving terecht komen.
Het straalmiddel met de verfresten vangen we op, voeren we af en verwerken we. Vervolgens beschermen we de constructie met een nieuwe verflaag die geen chroom-6 bevat.