Aanvullende maatregelen
Als op basis van de veiligheidsbeschouwingen blijkt dat basismaatregelen niet voldoende zijn om de veiligheid in een tunnel te garanderen, dan zijn er aanvullende maatregelen nodig.
Aangezien aanvullende maatregelen gepaard gaan met extra kosten, is het belangrijk om van tevoren met een kosten-batenanalyse te bekijken of de kosten opwegen tegen de baten. Het is immers niet zinvol om dure maatregelen door te voeren als blijkt dat die de tunnel nauwelijks veiliger maken.
Kosten-batenanalyse
Het Steunpunt Tunnelveiligheid (STV) adviseert tunnelbeheerders en tunnelontwerpers in dit soort kwesties. Deze adviezen zijn gebaseerd op onderzoek en kennis die het steunpunt in huis heeft. Bij de kosten-batenanalyse wordt een 'lifecycle benadering' toegepast. Het steunpunt weegt bijvoorbeeld de effecten die een veiligheidsmaatregel heeft af tegen de kosten voor onderhoud.
Daarnaast houdt het STV rekening met de mogelijkheden om met de maatregel schade aan de tunnel te beperken. Op die manier hoeft een tunnel na een calamiteit immers minder lang dicht voor reparatie. Dit laatste is onder meer van belang om maatschappelijke kosten (omleiden van het verkeer) zoveel mogelijk te voorkomen.
Binnen Rijkswaterstaat is het gebruikelijk om advies in te winnen bij STV als er reden is om aanvullende maatregelen in een tunnel te overwegen. Het advies van het steunpunt telt daarbij zwaar. Voorbeelden van aanvullende maatregelen zijn ventilatieschachten, automatische blussystemen (zoals sprinklers), doelgroepstroken of een filevermijdingssysteem. Files in tunnels vragen vanuit het oogpunt van tunnelveiligheid extra aandacht.
Risico bij file
In de meeste tunnels is ‘langsventilatie’ toegepast. Ventilatie zorgt ervoor dat weggebruikers die voor de brand uit rijden beschermd zijn. De hete rook wordt namelijk in de rijrichting naar buiten geblazen. Als er in het gedeelte van de tunnel voor de brand geen sprake is van file, dan kan het verkeer de tunnel uit rijden zonder last te hebben van de rook.
Is er wél sprake is van een file (bijvoorbeeld door een eerder ongeval of een verminderde doorstroming na de tunnel) dan komen de automobilisten daar wel in de rook te staan. Deze weggebruikers moeten dan zo snel mogelijk vluchten, gebruikmakend van de vluchtvoorzieningen in de tunnel.
Aanvullende maatregelen filevermijding
Uit analyse van verkeersmetingen blijkt dat bij onze tunnels gemiddeld tussen 1 tot 4 maal per week een file optreedt. Bij tunnels in stedelijk gebied (zoals de Sijtwendetunnels) ligt dit aantal hoger. Deze frequenties leiden niet tot een overschrijding van de veiligheidsnorm, zodat er geen verdere maatregelen nodig zijn om de files te beheersen.
Voor de volgende tunnels passen we wel aanvullende maatregelen toe:
Bij de Koning Willem-Alexandertunnel wordt fileverplaatsing toegepast om te kunnen voldoen aan de strengere eisen voor lange tunnels. Voor de overige tunnels wijken we af van ons standaardbeleid dat fileverplaatsing enkel nodig is als dit uit de risicoanalyse naar voren komt. De afspraken over deze maatregel zijn gemaakt met lokale overheden en komen voort uit de vorige tunnelwet.
Fileverplaatsingssysteem
In de bovenstaande tunnels maken we gebruik van een fileverplaatsingssysteem. De wegverkeersleider houdt daarbij in de gaten of er na de tunnel een file ontstaat. Is dat het geval, dan beperkt hij de verkeerstoevoer tot de tunnel. Zo voorkomen we dat de file in de tunnel komt te staan.
Automatische blussystemen
In de periode 2004 - 2008 heeft het STV onderzoek verricht naar de toepassing van automatische blussystemen, met name drukluchtschuim (DLS) en watermistsystemen (WMS). In het onderzoek is gekeken naar de kosten en de veiligheidseffecten van de systemen. Hiertoe zijn DLS en WMS onder andere getest bij fullscale brandproeven in de Runehamartunnel in Noorwegen.
Vervolgens is, als pilot, een watermistsysteem toegepast in de A73-tunnels. Omdat uit aanvullende analyses (2009 – 2012) is gebleken dat een watermistsysteem over het algemeen niet noodzakelijk is om aan de wettelijke veiligheidsnorm te voldoen, is deze voorziening niet opgenomen in de Landelijke Tunnelstandaard.
En dus ook niet in de gestandaardiseerde uitrusting die volgens de Rarvw 2013 moet worden toegepast in nieuwe Rijkstunnels. Onze opgedane kennis is internationaal gedeeld, onder andere via PIARC (2012 - 2015).
Meer informatie
Door het Kennisplatform Tunnelveiligheid (KPT) is in 2014, met medewerking van Rijkswaterstaat, een informatiebijeenkomst gehouden over files in tunnels. De presentaties van deze bijeenkomst zijn te vinden op de website van het KPT.