Factsheet Fietsparkeren bij busstations en bushaltes
De fiets is een belangrijk vervoermiddel in verplaatsingen naar ov-knooppunten. Deze factsheet behandelt fietsparkeren bij busstations en bushaltes als onderdeel daarvan, waarbij laatstgenoemde specifiek is opgenomen, vanwege de bereikbaarheid van het landelijk gebied.
Wanneer er bij busstations of bushaltes onvoldoende fietsparkeerplekken zijn, wordt de fiets als voortransportmiddel, en daarmee de gehele ketenreis, minder aantrekkelijk. Daarom is het belangrijk om genoeg fietsparkeerplekken te stimuleren.
Om het groeiende tekort op fietsparkeerplekken aan te pakken zijn in veel gemeenten op veel verschillende ov-knooppunten (waaronder busstations en bushaltes) steeds meer fietsenstallingen te vinden.
Beschrijving maatregel en interventie
Niet alleen de capaciteit van de stalling is hierbij van belang; de kwaliteit van de fietsparkeerplaatsen draagt sterk bij aan de aantrekkelijkheid. Een fietsparkeervoorziening van hoge kwaliteit is veilig, comfortabel en servicegericht. Hierbij kan bij busstations bijvoorbeeld gedacht worden aan oplaadpunten voor aanbod van deelfietsen, opladen van e-bikes, opbergruimtes (lockers), fietspomp en de mogelijkheid om reparaties uit te laten voeren.
Fietsparkeermaatregelen kunnen specifiek als minder-hindermaatregel genomen worden, bijvoorbeeld in de vorm van tijdelijke fietsparkeerplaatsen bij relevante locaties. Goed beleid voor fietsparkeren draagt bij aan het verbeteren van het fietscomfort en daarmee indirect aan het reduceren van autogebruik, ook als onderdeel van hinderbeperkende maatregelen bij wegwerkzaamheden.
Bovendien dragen goede fietsparkeervoorzieningen bij aan de bereikbaarheid van binnensteden en het verhogen van de kwaliteit van de openbare ruimte en het milieu.
Busstations en bushaltes
Bij regionale busstations (waar meerdere elkaar kruisende buslijnen bij elkaar komen en goede overstapmogelijkheden zijn) en bushaltes (waar 1 of meerdere buslijnen rijden) is de fietsparkeervoorziening vaak op maaiveld aangelegd.
Maatregelen op het gebied van fietsparkeren bij busstation en -haltes gaan vaak om maatregelen om de weersbestendigheid en veiligheid te verbeteren, zoals het aanbrengen van overkapping boven de fietsenrekken of het plaatsen van fietskluizen.
Bij capaciteitsuitbreidingen moet rekening gehouden worden met toenemend gebruik van zogenaamde buitenmodel fietsmodellen die niet in de normale fietsenrekken passen. Denk aan bakfietsen, driewielers en fietsen met kratjes en kinderzitjes.
Bereikbaarheidseffecten
Door busstations en bushaltes bereikbaar te maken voor de fiets wordt de ketenreis van combinaties van fiets en ov aantrekkelijker. Hierdoor worden meer herkomsten en bestemmingen bereikbaar met het ov en is het ov op meer verplaatsingen een alternatief voor de auto.
Nieuwe fietsenstallingen bij ov-knooppunten worden voor een groot deel gebruikt door fietsers die eerst de fiets op een andere (overvolle) locatie parkeerden. Verder is de ervaring is dat een goede stationsstalling extra fietsen aantrekt.
Bij het verbeteren van de stalling worden de effecten op het gebruik en dus de bereikbaarheid in automijdingen niet onderzocht. Bij deze kwaliteitsverbeteringen is veelal het vergroten van gebruiksgemak en comfort voor bestaande fietsers het doel.
Ook staan de fietsparkeermaatregelen vaak niet op zichzelf, maar zijn ze onderdeel van een integrale aanpak van het ov-knooppunt. Daarom kan het effect op de bereikbaarheid in deze factsheet niet worden uitgedrukt in automijdingen.
Busstations
In 2022 is een fietsparkeerdrukmeting uitgevoerd op alle 56 knooppunten binnen de provincie Utrecht, 23 van de 56 knooppunten waren grotere busstations. De meting liet een grote variatie zien van knooppunten met bezettingsgraden lager dan 30% (bijvoorbeeld Utrecht Papendorp P+R, Lexmond Nieuwe Rijksweg of Leusden Groenezoom) tot knooppunten met bezettingsgraden van boven de 100% (Vianen Lekbrug, Utrecht Oorsprongpark en Meerkerk Knooppunt A27).
Uit deze tellingen kan er niet veel over effecten gehaald worden, aangezien dit erg afhankelijk is van het OV-knooppunt.
Een onderzoek van de Fietsersbond aan busstations toont aan dat er potentie is voor een nog hoger fietsaandeel: ruim een derde van de respondenten die niet met de fiets naar het busstation gaan, geven als reden aan dat kwantiteit en kwaliteit van de voorzieningen onvoldoende zijn.
20% van de mensen die met de fiets gaan vindt niet altijd een plek, 23% vindt de kwaliteit matig of slecht. Als er dus betere en meer fietsenstallingen beschikbaar zijn, zullen de mensen met deze reden wel met de fiets naar een busstation of halte gaan.
Uit een ander onderzoek van de Fietsersbond blijkt dat de grootste reden om niet met de fiets naar het busstation te gaan (82%) is dat de halte op loopafstand is, 23% noemt het ontbreken van (voldoende) fietsparkeervoorzieningen of gebrek aan kwaliteit daarvan. Hieruit blijkt dat er bij wel vraag is naar voldoende fietsparkeervoorzieningen met een goede kwaliteit.
Bushaltes
De Provincie Utrecht heeft bij alle bushaltes fietsparkeerdrukmetingen uitgevoerd in 2019 en 2023. Dit is aanvullend op de fietsparkeerdrukmeting bij de eerder genoemde 56 OV-knooppunten. De gemiddelde bezetting was in 2023 35%, tegenover 42% in 2019.
Het aantal fietsparkeerplaatsen is in de tussenliggende jaren toegenomen, terwijl het absolute aantal geparkeerde fietsen iets minder snel is gegroeid. Uit deze meting kan niet geconcludeerd worden of er meer mensen gebruik maken van de extra stallingen. Ook het omgekeerde, dat het gebruik van de stalling niet is toegenomen, kan niet worden geconcludeerd.
Uitbreidingen van de fietsparkeercapaciteit zijn gericht op het faciliteren van toenemende vraag. Een toename van fiets/bus-ketenreizen als vervanging voor autoritten is uiteindelijk het doel. Kwalitatieve verbeteringen zijn meer gericht op het bieden van comfort voor bestaande reizigers, en dragen ook bij aan een grotere aantrekkelijkheid van de reis voor overstappers van auto naar fiets.
Uitgevoerde projecten fietsvoorzieningen bij busstations en bushaltes
De volgende tabel toont informatie over uitgevoerde projecten bij busstations en bushaltes, periode van 2020 tot en met 2024, in Noord-Brabant (4x) en Utrecht (1x).
Locatie | Uitbreiding | Verbetering | Financiering |
---|---|---|---|
Busstation Waalwijk | + 148 pp. | Fietskluizen | |
Dinteloord | Overkapping | ||
Ei van Drunen P+R1 | Pp. verplaatst | Onderdeel MIRT A2 Deil-Vught | |
Vianen Lekbrug | + 100 pp. | Fietskluizen, overdekking, wayfinding | € 600.000 provincie + bijdrage gemeente |
Lieshout | Oplaadpunten, overkapping | 50% provincie
25% gemeente 25% ruit Helmond |
Effecten lange termijn
Er is weinig onderzoek beschikbaar over de structurele aard van de spitsmijdingen die behaald worden door verbeteren van fietsparkeren bij ov-knooppunten. Wel is duidelijk dat de bezetting van fietsparkeervoorzieningen bij ov-knooppunten ook na uitbreiding hoog is. Uitbreiding van capaciteit leidt bij busstations tot een toename van fietsparkeerders.
We zien dat uitbreidingen voorzien in een behoefte: een groot deel van de extra capaciteit wordt al direct na openstelling ervan benut. In de loop van de tijd groeit het gebruik verder en wordt ook de resterende capaciteit opgevuld. Afhankelijk van de omvang van de capaciteitsuitbreiding en de latent aanwezige behoefte vult de geboden extra capaciteit zich langzamer (gedeeltelijk) of sneller (helemaal) op.
De toename van het gebruik van fietsparkeerplekken bij stations betreft reizigers die voor de uitbreiding een andere keuze maakten, waarbij verondersteld kan worden dat een deel van deze reizigers voorheen de reis per auto aflegde. Bij bushaltes kunnen geen harde conclusies worden getrokken over het effect van de capaciteitsuitbreiding.
Duurzaamheidseffecten
De duurzaamheidseffecten van fietsen die het ov-gebruik bevorderen en fietsen die een (deel van een) autorit vervangen verschillen van elkaar.
Voor een vervanging van een autorit door een ketenverplaatsing, bestaande uit een ov-rit en een fiets als voor- of natransport wordt uitgegaan van een autoritmijding van 9 km. Dit is de helft van de gemiddelde afstand van een treinverplaatsing van en naar het werk (bron: CBS, 2022). Voor de emissiereductie wordt uitgegaan van de gemiddelde uitstoot op basis van het wagenpark 2023 (bron: KEV 2022, bewerking door MuConsult).
Tabel Emissiereductie (besparing in kg/automijding)
CO2 | NOx | PM10 | |
Ketenreis trein/fiets | 1,3 | 0,0016 | 0,00018 |
Kosten
Aanleg fietsparkeerplaatsen
De kosten voor de aanleg van fietsparkeerplaatsen bestaan ten minste uit engineeringskosten, projectmanagement, levering van materiaal, civiele werkzaamheden, montage en toezicht op uitvoering. De ervaringskosten in de tabel verschillen per locatie omdat de prijs afhangt van specifieke omstandigheden op de locatie, bijvoorbeeld:
- De grondprijs voor een fietsenstalling is in een grote stad over het algemeen duurder dan in kleinere gemeenten
- Complexiteit van de bouw (hoe complexer de stalling, hoe hoger de kosten)
- Het aantal fietsparkeerplaatsen (hoe meer plaatsen, hoe hoger de totale kosten en hoe lager de kosten per fietsparkeerplaats)
- Enkel- of dubbellaags rekken.
Maaiveldstallingen | Investeringskosten exclusief BTW |
---|---|
Onbewaakt zonder kap < 100 pl | € 1.500 |
Onbewaakt zonder kap 100 - 200 pl | € 1.250 |
Onbewaakt zonder kap > 200 pl | € 1.000 |
Onbewaakt zonder kap etagerek (nieuw) (EO) | € 1.000 |
Onbewaakt met kap etagerek (nieuw) () | € 2.000 |
Onbewaakt met kap etagerek (ombouw) (EKO) * | € 2.250 |
Onbewaakt met kap < 40 pl | € 4.000 |
Onbewaakt met kap 40 - 79 pl | € 3.000 |
Onbewaakt met kap 80 - 149 pl | € 2.500 |
Onbewaakt met kap 150 pl en meer | € 2.000 |
Kluis met kap | € 6.000 |
Andere typen: | Minder complex | Meer complex |
---|---|---|
Kelder groot (>3000 pl) | € 6.500 | € 10.000 |
Kelder klein (<3000 pl) | € 6.500 | € 10.000 |
Kelder in combinatie met ontwikkeling | € 6.500 | € 10.000 |
Fietsflat (F) exclusief HBF | € 4.500 | € 6.000 |
Gebouwen | € 4.500 | € 6.000 |
Aandachtspunten en variabelen die van invloed zijn
Context die van invloed is op de effecten
- De belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle fietsparkeervoorziening is dat deze voldoende capaciteit heeft, aantrekkelijk is en op gunstige locatie ten opzichte van het knooppunt ligt. Bij voorkeur ligt de fietsparkeervoorziening op kortere afstand van het ov-knooppunt dan de autoparkeervoorziening.
De aandachtspunten voor de kwaliteit van het project
- Veiligheid is een belangrijk thema voor fietsparkeerders, blijkt uit onderzoek van de Fietsersbond over fietsparkeren bij stations en haltes. Reizigers zijn bang voor diefstal en beschadiging, vooral als het een fiets uit een hoger prijssegment betreft.
Het ontbreken van een bewaakte fietsenstalling is voor veel mensen die niet met de fiets naar het station komen genoemd als voorname oorzaak. Door middel van fietskluizen, zoals bij de halte Lekbrug Vianen, kunnen ook duurdere fietsen veilig gestald worden. - Door de toename van elektrische fietsen wordt het verzorgen van oplaadfaciliteiten bij fietsparkeervoorzieningen steeds belangrijkers. Omdat oplaadfaciliteiten moeten voldoen aan brandveiligheidsvoorschriften is dit een complicerende factor bij de realisatie van de fietsparkeervoorziening.
- Het toenemende gebruik van buitenmodelfietsen kan een andere capaciteitsinrichting vergen. Het is lastig om te bepalen welk type fietsparkeerplaatsen nodig is. Bovendien is het soms ook ruimtelijk niet inpasbaar om alle typen buitenmodelfietsen te faciliteren.
- Digitale systemen dragen bij aan een optimale benutting en doorstroming van de fietsparkeervoorziening. Dit zijn automatisch toegangs- en betaalsystemen, verwijzing naar lege plekken, tariefdifferentiatie en een koppeling met deelfietsen of MaaS.
Bereikbaarheidseffecten | Onbekend |
Duurzaamheidseffecten | 1,3 kg/automijding |
Kosten | € 1.000 tot € 4.000 per fietsparkeerplek |
Geraadpleegde bronnen
Publicatiedatum: 26-02-2025
Vragen of opmerkingen over de Toolbox Slim Reizen?
Heeft u vragen of opmerkingen over de Toolbox Slim Reizen? Neem dan contact met ons op via het contactformulier.