Toekomstige infra-opgave: nieuwe kennis, kunde en samenwerking gevraagd!
Stel het is 2050: je neemt je intrek in je eigen drijvende tiny house. Met het CO₂-opslagvat aan de achterkant ben je de koning te rijk! Als de waterbus vlak langs je huis vaart, voel je de golven. Een geïmplanteerde ‘healthy body and mind’-chip verbindt je gedachten met een collega waardoor je je niet hoeft te verplaatsen naar wat ze vroeger een ‘kantoor’ noemden. Zo werk je in virtuele bubbels samen met anderen aan de belangrijke inrichtingsvraagstukken.
Deze beelden kwamen naar boven in de verkenning ‘Toekomstige infra-opgave en de arbeidsmarkt’ van Ernst Haijtink en Michiel Overkamp van het Programma Strategische Verkenningen. Hieraan ging een inspirerend trendverkenningsproces vooraf.
Op weg naar een vitale infrasector
Aan de basis van deze verkenning staan 2 observaties:
- Er komt in Nederland een grote infra-opgave aan; enerzijds als gevolg van de grote ruimtelijke transities, anderzijds door de groeiende lijst van instandhoudingsklussen.
- De arbeidsmarkt is krap, en zal de komende jaren alleen maar krapper worden. Hoe kunnen Rijkswaterstaat en marktpartijen zich hier samen op voorbereiden?
Vraagsteller voor deze verkenning is het programma: Op weg naar een vitale infrasector. Hierin wil Rijkswaterstaat samen met de infrasector innovatie en leren stimuleren. Daarnaast willen we een op houding en gedrag gerichte samenwerking, met voldoende expertise, creëren. Als laatste willen we helpen een financieel gezonde sector op te bouwen.
De strategische verkenning richt zich op de infra-opgave op de (middel)lange termijn (2030 tot grofweg 2050). Waaruit bestaat deze opgave, wat betekent dit voor de samenwerking tussen de betrokken partijen en welke kennis, kunde en talenten zijn benodigd? En wat betekent dit voor de arbeidsmarkt?
Welke trends hebben grote impact?
‘Deze verkenning begon met de blik naar buiten: welke ontwikkelingen kunnen grote impact hebben op de infra-opgave van de toekomst?’, vertelt Overkamp. ‘Dit leverde een lijst met 17 trends op die we in een expertsessie hebben voorgelegd. Denk aan het handelen vanuit brede welvaart, de belangrijkste trends in de ruimtelijke inrichting, veranderend mobiliteitsgedrag en nieuwe samenwerkingsvormen tussen bouwers, ontwerpers en opdrachtgevers.’ Haijtink: ‘In de expertsessie bespraken we welke ontwikkelingen verder uitgewerkt moeten worden en welke trends er nog ontbreken. Wat opviel is dat de experts het moeilijk vonden om de trends te prioriteren. Er staat heel veel te gebeuren op infragebied.’
Kennis, kunde en samenwerking
Wanneer de onderzochte trends doorzetten, wat vraagt dit dan van de kennis en kunde van de infrasector en hoe kan samenwerking er uit zien? En wat betekent dit voor de arbeidsmarkt? De komende maanden gaan Overkamp en Haijtink met deze vragen aan de slag. Haijtink: ‘Met toekomstschetsen (zoals de intro van dit artikel) gaan we in gesprek met de ‘infrawerker van de toekomst’. Dit zijn middelbare scholieren in de bovenbouw en studenten in relevante studierichtingen. Wij zijn benieuwd wat zij belangrijk vinden in hun toekomstige werk en hoe zij hopen bij te dragen aan het Nederland van de toekomst. Ook gaan we over de trends het gesprek aan met opleidingen, HRM-adviseurs, organisatieadviseurs en arbeidsmarktdeskundigen binnen de infrasector.’ Daarnaast richten Overkamp en Haijtink zich op de sector zelf. Welke beelden leven hier en welke mogelijkheden zien zij?
De uitkomsten van de verkenning worden vertaald in mogelijke interventies die nu al ingezet kunnen worden voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Zo draagt de verkenning bij aan het programma: Op weg naar een vitale infrasector en het (kunnen) realiseren van de grote ruimtelijke en instandhoudingsopgaven waarvan we aan de vooravond staan in Nederland. Heb je na het lezen vragen, opmerkingen of nieuwe inzichten? Laat het ons weten door het contactformulier Strategische Verkenningen in te vullen.