Hoe gedragen grote trekvissen zich bij de Haringvlietsluizen
Onderzoekers van Wageningen University & Research onderzoeken samen met Rijkswaterstaat hoe grote trekvissen zoals zeeforel, Atlantische zalm, zeeprik en Noordzeehouting de Haringvlietsluizen kunnen passeren.
In oktober en november worden hiertoe voor het eerst de 80 ontvangers uitgelezen. Resultaten van dit onderzoek worden gebruikt voor het optimaliseren van de openingen van de Haringvlietsluizen.
Meer kansen voor de trekvis
Begin 2023 is een netwerk van ontvangers opgezet bij de Haringvlietsluizen en bij alternatieve trekroutes voor vissen in het benedenrivierengebied. Deze ontvangers zijn onder water aan bijvoorbeeld boeien bevestigd. Ook kregen 83 trekvissen een zender. Deze trekvissen worden, door middel van zogenoemde akoestische telemetrie, gedetecteerd wanneer ze in de buurt van een ontvanger komen.
In oktober en november lezen onderzoekers van Wageningen University & Research en Sportvisserij Nederland voor de 1e keer de ontvangers uit. De 80 ontvangers worden uit het water gehaald, uitgelezen, nagekeken en teruggezet.
De data geeft inzicht in passeerbewegingen van vissen door de Haringvlietsluizen en de verplaatsingen van deze vissen in het benedenrivierengebied. Met de informatie uit dit onderzoek kunnen de sluisopeningen geoptimaliseerd worden, om zo trekvissen meer kansen te geven om de rivieren op te zwemmen en daar succesvol te paaien.
De komende 2 jaar worden de vissen verder gevolgd. Verder krijgen nog eens zo’n 150 vissen een zender. Zo wordt gewerkt aan een zo breed mogelijk beeld van het gedrag van vissen onder verschillende omstandigheden.
Haringvlietsluizen op een kier
De Haringvlietsluizen beschermen ons tegen hoogwater van de Noordzee, maar vormen ook een barrière voor trekvissen. Om trekvissen die vanuit zee de rivier op willen doorgang te bieden, worden sinds 2019 de Haringvlietsluizen bij vloed vaak op een kier gezet. Hierdoor stroomt er zeewater richting het Haringvliet en kunnen vissen de rivier opzwemmen.