Interview

Evacuatie 1995 door extreem hoogwater staat nog scherp op het netvlies

Gepubliceerd op: 30 januari 2025, 09.23 uur

Zuid- en Oost-Nederland, eind januari 1995. Precies 30 jaar geleden stond het water in de rivieren angstaanjagend hoog. Oorzaak: smeltwater uit de Alpen en langdurige, hevige regenval in de Ardennen, Noord-Frankrijk en delen van Duitsland.

Die golf van water rolt dagen later richting de Betuwe, Bommelerwaard en het land van Maas en Waal. Ruim 250.000 bewoners en 1 miljoen dieren moeten het gebied op stel en sprong verlaten.

Bij 3 medewerkers van Rijkswaterstaat staat deze grootscheepse evacuatie in het geheugen gegrift. De hoogwatercrisis en die van 1993 waren de directe aanleiding voor het programma Ruimte voor de Rivier.

Dringend advies

Carina Verbeek, adviseur klimaatadaptatie bij Rijkswaterstaat, toen 8 jaar oud, was een van die evacués. ‘We woonden in Beusichem, aan de Lek bij Culemborg. Ik vond het vooral heel spannend.’ Bewoners langs de Lekdijk, zoals Carina en haar ouders kregen het dringende advies om hun huis te verlaten. ‘Gelukkig bleven mijn ouders er nogal rustig onder en raakten we niet in paniek.’

Extreem hoogwater

Door overvloedige regenval in het hoger gelegen stroomgebied van de Maas en de Rijn staat de waterafvoer op recordhoogte. In korte tijd moeten ontelbare m3 water worden afgevoerd naar de Noordzee.

Op 25 januari 1995 staat het waterpeil van de Maas extreem hoog bij de toen nog onbedijkte dorpen Itteren en Borgharen: 45,09 m boven NAP. Bewoners moeten noodgedwongen vertrekken. Delen van Zuid-Limburg lopen onder water met grote schade tot gevolg. Deze hoogwatercrisis en die van 1993 waren de directe aanleiding voor het programma Maaswerken.

Lange rijen met files

Ook op de Rijn stijgt het water snel. Het waterpeil noteert elk uur een hogere stand. Op 30 januari meet Rijkswaterstaat in de Rijn een stijging van 2 m in 1 dag. Bij Lobith bereikt de waterstand inmiddels 16,68 m. Normaal is het peil tussen 7,2 m en 12 m. Tienduizenden bewoners in het rivierengebied moeten hun woning verlaten.

Op 31 januari en 1 februari komt een ware uittocht op gang. In lange files met volgepropte auto’s en aanhangwagens proberen bewoners het risicogebied uit te komen. Vrachtwagens rijden af en aan om het vee bij de boerderijen weg te halen.

Dijk bij Ochten

De evacuaties lopen voorspoedig en de dijken lijken stand te houden. Mensen vonden onderdak bij familie en vrienden of werden opgevangen in de Jaarbeurs, die tijdelijk als crisiscentrum is ingericht.

Als de Waaldijk bij Ochten begint te schuiven, wordt de situatie kritisch. Honderden militairen worden ingezet om de dijk met zandzakken te verzwaren. Tot grote opluchting houdt de Waaldijk stand en blijft een overstromingsramp uit.

Iedereen hielp elkaar

Carina, haar ouders en hun 2 katten kunnen terecht bij haar tante in Amersfoort. Ze moeten evacueren vanwege de dijk bij Ochten, die op bezwijken staat. ‘Als die dijk zou gaan, liep meteen de hele Betuwe onder water’, vertelt ze. ‘Spullen van de benedenverdieping hadden we alvast naar boven gesjouwd. De hele buurt hielp elkaar met sjouwen.’

Rond 5 februari was het water voldoende gezakt en kon iedereen weer terug naar huis.

Ruimte voor de Rivier 2.0

De rivierhoogwaters en ‘bijna ramp’ waren het startschot voor de programma’s Ruimte voor de Rivier en Maaswerken. Carina: ‘Een aanpak die werkt. De verbreding van de uiterwaarden bijvoorbeeld. Dit creëert meer ruimte om hoogwater op te vangen. Deze aanpak heeft heel goed bijgedragen aan het verlagen van de waterstand. Het heeft Nederland technisch veilig en ook mooier gemaakt.’

In het nieuwe programma Ruimte voor de Rivier 2.0 werken we op dit moment samen met veel partners aan een nieuw plan voor de rivieren. ‘Hierin kijken we naar hoog- en laagwater’, zegt Carina. ‘Zodat we meer rivierwater kunnen vasthouden, bergen en afvoeren en beter kunnen meebewegen met de gevolgen van klimaatverandering, zoals langere en extremere droogte, intensere regenval, hogere rivierafvoeren, zeespiegelstijging en extreme hitte.’

Carina denkt niet dat ze ooit nog zo’n evacuatie zal meemaken. ‘Die kans is klein, maar niet uitgesloten’, zegt ze. ‘Nederland is een waterrijk land op een kwetsbare plek. Bescherming tegen overstromingen blijft voor ons topprioriteit.’

Herinneringen van een sluismeester en kantonnier

Ook Jos Simissen en Piet van Sandijk herinneren zich die periode begin 1995 nog goed. Beiden waren al in dienst bij Rijkswaterstaat. Jos als sluismeester op sluizencomplex Sambeek en Piet als kantonnier in de regio Noordoost-Nederland. Later dat jaar veranderde de naam kantonnier in die van weginspecteur.

Sluismeester Jos: ‘De scheepvaart was over de hele Maas gestremd. Mijn collega’s en ik gingen af en toe met de boot naar de bediencentrale om waterstanden en voorspellingen te bekijken. We voeren toen over de sluizen heen.’

Spoedcursus dijken schouwen

Omdat alle collega’s in het natte gebied geëvacueerd waren, werden Piet en andere kantonniers in een paar uur tijd klaargestoomd als tijdelijk dijkopzichter. ‘We begonnen in de Ooijpolder bij het dorp Kekerdom. Daar lag een dijk van 7 km die van ons was. Als kantonniers waren wij natuurlijk leken op het gebied van hoogwater. Ons werk was op de snelweg.’

‘En dijken? Ja, we wisten wat een ‘wel’ was en dat we die moesten dichtleggen. Tenminste, dat dachten wij. Van 2 zeer ervaren opzichters kregen we te horen dat dat juist niet mocht. Bij een ‘wel’ moesten we het water eruit laten en proberen het zand erin te laten. Dit deden we met zandzakjes waar een netje overheen ging zodat het zand erin bleef en het water eruit liep.’

‘Het is je gewoon je werk’

Het schuiven van de dijk bij Ochten was een angstig moment. Ook voor Piet. ‘Ik was in Rossum aan het werk en moest met een noodgang naar knooppunt Valburg om de rijbaan af te sluiten. Er mocht geen verkeer meer naar de A15. Ik kneep hem wel op dat moment, want ik woon zelf ook in dat gebied.’

Net als Carina en Jos kijkt Piet terug op een bijzondere tijd: ‘Voor mij waren het vooral lange dagen en korte nachten. Op dat moment realiseer je het niet. Je doet het gewoon, want het is je werk. Dankzij het programma Ruimte voor de Rivier is zo’n dreigende periode van hoogwater als 30 jaar geleden hopelijk echt verleden tijd.’