Met luchtbellen ijs te lijf
Wanneer het langdurig streng vriest, komt het voor dat deuren van sluizen en stuwen in vaarwegen vastvriezen. Hierdoor kunnen schepen niet passeren. Rijkswaterstaat neemt daarom verschillende maatregelen om de aangroei van ijs te voorkomen.
IJs dat zich vastzet aan sluisdeuren of in het water drijft, kan ervoor zorgen dat de sluisdeuren niet meer open kunnen. Bij sluizen met hefdeuren kan het ijs ervoor zorgen dat de deuren te zwaar worden, en niet meer omhoog kunnen.
Ook kan ijs dat aan hefdeuren vast zit naar beneden vallen. Als er dan net een schip onderdoor vaart, kan dit tot ongelukken leiden. Reden genoeg dus om ervoor te zorgen dat het ijs geen kans krijgt bij sluizen en stuwen.
Water in beweging houden
Rijkswaterstaat voorkomt de aangroei van ijs met verschillende maatregelen. Zo beschikken veel sluizen en stuwen over zogenaamde bellenschermen: buizen met gaatjes die aan de wanden of de deuren worden aangebracht.
Ze werken volgens het zogenaamde airlift-principe: onder water laten we gecomprimeerde lucht ontsnappen, die naar het wateroppervlak stijgt en water mee naar boven transporteert. Met de bellenschermen houden we het water in beweging, en wordt het relatief warme water van de bodem omhoog gebracht. Hierdoor voorkomen we dat ijskragen ontstaan en drijft ijs weg.
We passen verschillende soorten bellenschermen toe. Daarnaast zorgen we er met wandverwarming bij sluisdeuren voor dat deze open en dicht kunnen blijven gaan. Binnenvaartschippers kunnen ook meehelpen door, op verzoek van de sluiswachter, met hun schroef ijs dat drijft weg te ‘blazen’.
Onder andere bij onderstaande sluizen en stuwen neemt Rijkswaterstaat maatregelen om ijs tegen te gaan:
- Krammersluizen
- Kreekraksluizen
- Volkeraksluizen
- Sluizen Máximakanaal
- Sluizen Wilhelminakanaal
- Sluizen Zuid-Willemsvaart
- Sluiscomplex Hagestein
- Sluiscomplex Amerongen
- Sluiscomplex Driel
- Schutsluis Engelen
- Schutsluis Eefde
- Schutsluis Delden
- Naviduct Krabbersgat