Er is onderzoek gedaan naar het omhoog komen van een van de tunneldelen tijdens het herstel en welke maatregelen mogelijk zijn om dit risico tijdens de herstelwerkzaamheden te verminderen.
De oorzaak ligt bij het boorproces van de nieuwe ankerpalen. Tijdens het boren wordt spoelwater gebruikt om vrijgekomen grond af te voeren. Bij een onregelmatige grondgesteldheid en/of eventuele holle ruimtes kan dit leiden tot een verhoging van de waterspanning en daarmee de opwaartse druk onder de vloer. Deze spanningspieken kunnen leiden tot het omhoog komen van een tunneldeel en dat willen we voorkomen.
We kiezen nu voor een combinatie van maatregelen om de ongewenste spanningspieken tijdens de herstelwerkzaamheden op te vangen en de kans op het omhoog komen van tunneldelen te verminderen.
We vullen de holle ruimtes met een klei-cementmengsel, in vaktermen dämmer genoemd. Door deze genomen maatregelen zal er een betere balans ontstaan tussen aan- en afvoer van het spoelwater en kan de spanningspiek bij het boorproces opgevangen worden.
Bij de hoger gelegen delen van de tunnel verlagen we tijdelijk en lokaal de grondwaterstand om de opwaartse waterdruk onder de tunnel te verminderen. Als aanvullende beheersmaatregel wordt in sommige delen van de tunnel extra ballast in de vorm van stalen rijplaten aangebracht om zodoende extra tegendruk te creëren.
Deze maatregelen en in het bijzonder het tijdelijk, lokaal en beperkt verlagen van de grondwaterstand in de tunnel hebben geen invloed op de omgeving.