Doeslief!
Het is tropisch warm als ik om 14.00 uur in mijn auto stap voor de start van mijn dienst. Het is behoorlijk druk, mede door het vakantieverkeer. Fluitend voeg ik in op de snelweg A2 richting Amsterdam, ik word wel blij van die warmte. En de auto heeft gelukkig een prima airco. Helaas verdwijnt mijn goede humeur als sneeuw voor de zon…
Ter hoogte van Vinkeveen zie ik op de andere zijde van de snelweg A2 een gele auto op de vluchtstrook staan. De motorkap staat open en een man loopt bij het voertuig heen en weer. Een pechgeval dus. Ik bel direct de verkeerscentrale om dit te melden. Ook vraag ik of ze naast de vluchtstrook de maximumsnelheid willen aanpassen en 70 km/h op de matrixborden willen plaatsen. En of er een bergingsvoertuig naar het pechgeval kan komen.
Geërgerde man
Eenmaal ter plaatse zet ik mijn pick-up schuin voor de pechauto en plaats 5 pionnen voor mijn voertuig. Vervolgens loop ik naar de bestuurder, een wat oudere man die geërgerd voor zijn gele sedan staat.
Oh jee…waar gaat dit heen?!
Als eerste stel ik me natuurlijk even voor. De man bromt me wat toe en vraagt zich hardop af waarom het zo lang heeft geduurd. Ik leg hem netjes uit dat ik een weginspecteur van Rijkswaterstaat ben en hem graag wil helpen. Ik vertel dat er een bergingsvoertuig onderweg is om hem en zijn auto naar een veiligere locatie te brengen. ‘En wat gaat mij dat allemaal kosten?’, brult de man mij toe vanachter de motorkap. Ik denk: ‘Oh jee...waar gaat dit heen?!’
Dikke fluim
Zo rustig mogelijk zeg ik dat dit helemaal niets kost en dat hij recht heeft op een verplaatsing naar een veiligere plek. Op dit moment nog niks aan de hand. Voordat ik er erg in heb, stormt de oude man opeens op me af. Hij begint te schelden en te vloeken en maakt me voor van alles en nog wat uit. Als ‘toetje’ krijg ik een dikke fluim in mijn gezicht. Het eerste wat ik denk is #DOESLIEF! Ik ben hier om jou te helpen en dan flik je me dit! Ik spreek de man aan en zeg dat ik hier absoluut niet van gediend ben.
Afgekoeld
Gelukkig is de berger na een klein kwartiertje ter plaatse. Blijkbaar lang genoeg voor de man om af te koelen. Hij loopt naar me toe en excuseert zich voor zijn wangedrag: ‘Sorry, ik weet niet waarom ik dit deed.’ Nadat de berger met de gele sedan is vertrokken pak ik mijn 5 pionnen en bel de verkeerscentrale dat de 70 km/h weer van de matrixborden af kan.
We zijn steeds minder aardig tegen elkaar en de lontjes worden steeds korter.
Ik stap weer in mijn auto en overdenk het voorval. We zijn steeds minder aardig tegen elkaar en de lontjes worden steeds korter. Op straat, op social media, in het verkeer, in het openbaar vervoer, op het sportveld en in de supermarkt. Het gebeurt elke dag en vaak hebben we het niet eens door. Zoals net. Die man heeft zich uiteindelijk wel geëxcuseerd, maar dat maakt de vernedering op het moment niet minder; spugen in iemands gezicht vind ik zo laag!
#DOESLIEF...een simpele boodschap met grote impact!