Hinder en maatregelen
Vanaf 2018 zetten we de Haringvlietsluizen op een kier, wanneer de waterstand op het Haringvliet lager is dan op zee. Hierbij kan zout water door de sluizen stromen, waardoor het westelijk deel van het Haringvliet verzilt. We treffen daarom compenserende maatregelen.
Compenserende maatregelen
Door de sluizen open te stellen, kan het zeewater het Haringvliet instromen. We hebben afgesproken dat dit zoute water niet verder mag komen dan de denkbeeldige lijn van Middelharnis naar de monding van het Spui.
Dit besluit is nodig om het Haringvliet gedeeltelijk zoet te houden, voor bijvoorbeeld de landbouw en het innemen van drinkwater. Een meetnet van palen en boeien, voorzien van meetapparatuur, bewaakt deze zoutgrens.
Rijkswaterstaat gaat als beheerder van de Haringvlietsluizen het zoutgehalte continu monitoren.
Waterinnamepunten ten westen van deze lijn zijn verplaatst. Zo hebben Evides Waterbedrijf en waterschap Hollandse Delta hun inlaatpunten voor zoet water in het gebied verlegd.
Veiligheid achterland
De Haringvlietsluizen zijn onderdeel van een primaire waterkering en zo beheren we ze ook: bij storm op zee gaan de sluizen gewoon dicht. Veiligheid gaat altijd voor.