Maatregelen

De vooroevers langs de Oosterschelde en Westerschelde zijn op verschillende plaatsen aangetast door erosie. We versterken de onder water gelegen gedeeltes van de dijken: de vooroevers.

Dat doen we om de veiligheid van de dijken te waarborgen. Door deze vooroeververdediging verbeteren we de waterveiligheid voor de komende 50 jaar.

Materiaal versterken vooroevers

Om de vooroevers te versterken, gebruiken we breuksteen en staalslakken. De huidige oevers hebben een zachte ondergrond van zand, veen en klei. Breuksteen en staalslakken zijn zo zwaar dat ze niet door de stroming kunnen wegspoelen. De staalslakken storten we op de vooroever, daar bovenop leggen we een dekkende laag breuksteen.

Ecotoplaag

Tijdens de eerder versterkte locaties van cluster VOV 2.2 is te fijn materiaal gebruikt. Daarom voeren we herstelwerkzaamheden uit en plaatsen we bij de locaties in de Oosterschelde een ecotoplaag boven op de bestorting. Dit is grove breuksteen in de vorm van ruggetjes verdeeld over het stortvak. Hiermee vergroten we het leefgebied van de kreeften en de biodiversiteit. Deze ecotoplaag realiseren we ook op de Oosterschelde-locaties van cluster VOV 3.0.

Gevolgen Oosterschelde en Westerschelde

De Oosterschelde en Westerschelde hebben een rijke natuur, die we zo min mogelijk willen verstoren. Daarom lieten we voor, tijdens en na eerdere vooroeverversterkingen onderzoek uitvoeren. Bij het monitoren van uitloging keken we of zware metalen uit de toegepaste gesteentes oplossen in het water en zo schade brachten aan de natuur. Het onderzoek wees uit dat er geen significante schade optrad.