Oof mag mee!
Vandaag precies 25 jaar geleden begint één van de grootste evacuaties uit de Nederlandse geschiedenis. Op 31 januari en 1 februari 1995 worden 250.000 mensen en 1 miljoen dieren geëvacueerd. Eerst gebeurt dat vanuit de Bommelerwaard, daarna uit de Tieler- en Culemborgerwaard. Ik ben dan pas 8 jaar oud en één van die kwart miljoen evacués.
‘Het is lunchtijd. Papa is thuis. Dat is gek: normaal is hij altijd op zijn werk, maar vandaag niet. Op de radio wordt gezegd dat wij ons huis moeten verlaten, want het water in de rivieren staat gevaarlijk hoog. Dat heb ik ook op het jeugdjournaal gezien.’
‘Gisteren moesten mijn oom en tante uit Zaltbommel al evacueren, naar oma in Soest. Vandaag zijn wij aan de beurt. Die middag hoef ik niet naar school. Samen met mijn ouders breng ik alle spullen naar de 1e verdieping. Belangrijke spullen nemen we mee, maar veel blijft achter. Ook mijn speelgoed. Maar Oof, mijn knuffel, mag gelukkig mee. De volgende dag vertrekken we met onze poezen Mick en Muis naar mijn tante in Amersfoort. Een lange autorit; er zijn heel veel mensen die voor het water moeten vluchten en geduldig sluiten we in de file aan.’
‘Ik vind de evacuatie vooral heel spannend, maar niet eng. Papa en mama blijven heel rustig. Het lijkt wel alsof ze dit veel vaker hebben gedaan. Zolang zij, Oof, Mick en Muis maar in de buurt zijn, is alles goed.’
Deltaplan Grote Rivieren
Toenmalig premier Wim Kok roept direct, nog tijdens de evacuatie, op tot een Deltaplan Grote Rivieren. Snel na deze bijna-ramp worden dan ook veel dijken langs de rivieren versterkt. Ook de dijk vlak achter ons huis. Daarna volgt het programma Ruimte voor de Rivier. Op meer dan 30 plekken krijgen onze rivieren meer ruimte, om ervoor te zorgen dat het water bij grote rivierafvoeren minder hoog komt.
Zo kan ik mijn steentje bijdragen
Het kost vele jaren om zo’n omvangrijk plan als Ruimte voor de Rivier te realiseren. Jaren waarin ik mijn basis- en middelbare school doorloop, mijn studie landschapsarchitectuur afrond en - mede door mijn grote interesse in water - bij Rijkswaterstaat aan de slag ga. De projecten van Ruimte voor de Rivier zijn op dat moment nog vol in uitvoering. Zo krijg ik de kans om ook mijn steentje bij te dragen aan de veiligheid in het rivierengebied.
Geen werk meer?
De projecten van Ruimte voor de Rivier zijn inmiddels allemaal afgerond. Betekent dit dat er voor mij en mijn collega’s geen werk meer is? Zeker niet! Samen met waterschappen, provincies en gemeenten kijkt Rijkswaterstaat in het zogenaamde Deltaprogramma vooruit om Nederland ook in de toekomst zo veilig mogelijk te houden. De dijken worden versterkt, die achter mijn ouderlijk huis alweer voor de 2e keer sinds 1995. Ook zijn er plekken waar de rivier nóg meer ruimte krijgt. Maar we kijken in het Deltaprogramma ook naar lage waterstanden. Want in Nederland hebben we soms te veel, maar soms ook te weinig water. Dan kunnen schepen niet varen en verdroogt de natuur en de landbouw.
Unieke gebeurtenis
Het hoge water van 1995 wordt vaak in één adem genoemd met de overstroomde Maas in 1993. Ook die beelden kan ik me nog herinneren van het jeugdjournaal. Als kind heb ik dus in relatief korte tijd twee keer ‘meegemaakt’ dat mensen moesten vluchten voor het water. In mijn beleving was het daarom heel vaak hoogwater. Ik heb me dan ook lang afgevraagd, waarom we nooit meer geëvacueerd hoefden te worden. Nu weet ik dat het een unieke gebeurtenis was.
Een waterrijk land op een kwetsbare plek
Zal ik ooit nog een evacuatie meemaken? Die kans is klein, maar niet uitgesloten. Ondanks alle maatregelen die we hebben genomen en nog zullen nemen, blijft Nederland een waterrijk land op een kwetsbare plek. Reden genoeg om te blijven werken aan de waterveiligheid van Nederland!