Mobiel verkeersleider Joost
Mobiel verkeersleider Joost Blog

Aanvaring, brand, evacués…of toch niet?

Het is eind september, een bewolkte donderdagochtend. Met mijn collega draai ik een vroege dienst op de RWS27. Het is nog erg rustig op het Maas-Waalkanaal, maar niet voor lang…

We zijn vlak bij Sluis Weurt. Via marifoonkanaal 40, het kanaal van Rijkswaterstaat, vang ik alarmerende berichten op. Ik hoor iemand van de waterpolitie naar de verkeerspost Nijmegen roepen: ‘Er moeten slachtoffers geëvacueerd worden van een passagiersschip. Er is brand aan boord. Wij kunnen niet alle passagiers meenemen!’ Daarna hoor ik de stem van een collega van een naburig district. Vanaf de RWS43 roept hij dat er nóg een schip in de problemen is. Iets met een aanvaring, een gasolielek en een gewonde matroos aan boord.

Calamiteit

Ik denk: ‘Dit is een serieuze zaak!’ Snel pak ik dan ook de marifoon en vraag post Nijmegen: ‘Kunnen wij ergens mee assisteren? Wij zitten bij sluis Weurt.’ Ik krijgt direct het antwoord dat dit inderdaad zeer gewenst is. Mijn collega belt ondertussen met de sluismeester dat we met spoed geschut moeten worden in verband met een calamiteit.

We moeten met spoed geschut worden

Watertank

Bij het uitvaren van de sluis vraagt de verkeerspost ons uit te kijken naar een IBC (watertank). Eén van de schepen heeft die verloren en de tank drijft nu ergens in de voorhaven van de sluis.

Terwijl wij speuren naar de verloren tank, zie ik iets verderop dat er een brandweerboot bij het getroffen passagiersschip is aangekomen. Met mijn verrekijker lees ik Graaf van Byland, het is een soort partyschip voor zo’n 50 man, schat ik.

Door de marifoon hoor ik de schipper van de brandweerboot roepen dat er nog 2 gewonde slachtoffers van boord gehaald moeten worden. De verkeerspost vraagt of wij dat willen doen. ‘Uiteraard!’ Met spoed varen we naar het partyschip in de Spiegelwaal, de overkant van de Waal.

Een vrouw ligt in folie gewikkeld op een brancard

In folie gewikkeld

Eenmaal aangekomen zie ik nog een beetje rook uit het schip komen. De brandweerboot ligt langszij. Ook wij leggen langs het 60 m lange schip aan. Aan boord zijn een paar brandweerlieden druk in de weer. Ook zie ik de slachtoffers. Het zijn 2 vrouwen. De ene zit op een stoel met een deken om haar heen. De andere vrouw ligt in folie gewikkeld op een brancard op de grond.

De deur van het partyschip gaat open. Een ambulancemedewerkster begeleidt de vrouw met de deken bij ons aan boord. Ondertussen tillen 2 brandweerlieden de brancard met de andere vrouw bij ons op het achterdek. Ik maak de touwen los en we varen snel weg. De verkeerspost vraagt ons de slachtoffers naar de steiger onder de post te brengen.

Dit is een oefening hè, dat weet je toch?

Hoge snelheid

We zijn nog maar net met hoge snelheid op weg naar de verkeerspost, als er een Rijkswaterstaat RHIB (opblaasbare speedboot) naast ons komt varen. Een collega, de Officier van Dienst, zegt: ‘Dit een oefening hè, dat weet je toch?’ Nou, dat haalt flink wat spanning bij me weg!

Zo zijn we dus totaal onverwachts midden in een grote oefening beland! Natuurlijk blijven we er aan meewerken. We zetten de slachtoffers netjes af bij de verkeerspost. Na een goed halfuur is de oefening afgelopen. We worden hartelijk bedankt voor onze inzet.

Realistischer kun je het niet krijgen

En tja, dat we niets van de oefening afwisten, is niet zo gek. Die was namelijk georganiseerd in een naburig district. En zelfs toen ik die ochtend mijn teamleider meldde dat we naar een calamiteit bij de buren gingen, heeft ze niets gezegd. Ook al wist zij wél hoe de vork in de steel zat. Dat heeft ons dus maar mooi een leerzame oefening opgeleverd. Realistischer kun je het niet krijgen!