Nachtwerk

‘Een flinke aanvaring bij Kessel, en er is een tanker met zwavelzuur bij betrokken’, vervolgt de officier van dienst (OVD). ‘Oei! Dat klinkt niet goed, ik kom eraan’, antwoord ik. Ik kleed me snel om en smeer voor de zekerheid een paar boterhammen. Dit kan wel eens een lange nacht worden.

Vrachtschip en tanker

Na een klein kwartiertje zit ik in de auto op weg naar sluis Belfeld waar de RWS 20 ligt aangemeerd. Mijn collega is al aan boord en heeft ons vaartuig klaargemaakt voor vertrek. Varend richting Kessel praat de OVD me telefonisch bij: de aanvaring vond plaats vlak bij de veerpont en de Maas is intussen al gestremd voor de scheepvaart. Na 10 minuten zijn we er. De oever ziet blauw van alle zwaailichten van de hulpdiensten. Net voorbij de veerpont liggen de 2 schepen: een vrachtschip met zijn voorschip in de oever, de tanker ernaast.

De klap moet behoorlijk hard zijn geweest!

Eenmaal dichtbij zien we brandweerlieden met maskers op over de tanker lopen. Ze verrichten metingen omdat er door de aanvaring zwavelzuur kan zijn vrijgekomen. Dat blijkt gelukkig niet het geval. Met de RWS 20 varen we langszij. Door de ramen van de tanker zie ik een flinke ravage van allerlei omgevallen huisraad. De klap moet behoorlijk hard zijn geweest!

Drukte van belang

Op en rond de schepen is het inmiddels een drukte van belang. Behalve de brandweer zijn ook de technische inspectie van de rederij, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de verzekeringsmaatschappij en de politie druk in de weer. Een van de agenten vraagt of we een collega op de oever willen ophalen. We varen er direct naartoe.

Bepakt met statief, fototoestel en een enorme lamp stapt hij aan boord

Handig dat de veerpont aan de oever ligt. Die gebruiken we als aanlegsteiger om de wachtende politieman op te pikken. Bepakt met statief, fototoestel en een enorme lamp stapt hij bij ons aan boord. Op zijn verzoek varen we naar de voorkant van de tanker. Hier is goed te zien dat de bakboordzijde (linkerkant) volledig is ingedeukt. De politieman stapt op het schip en maakt foto’s van de gehavende tanker. Vervolgens varen we naar het vrachtschip om ook daar de schade te fotograferen.

Lege tanker

De rederij heeft ondertussen een andere tanker geregeld die de lading kan overnemen. Die is natuurlijk niet zomaar ter plaatse. Om 02.30 uur arriveert de lege tanker. Alle instanties die in de loop van de nacht aan boord zijn gekomen, zijn net klaar met hun werk. Samen met de OVD, de inspecteur van de ILT, en mijn collega maken we een plan de campagne.

Zo gezegd, zo gedaan

Er moet een bedrijf komen voor een noodreparatie aan het vrachtschip. Ze kunnen er in de loop van de ochtend zijn. De lege tanker zal de gehavende tanker langszij nemen en naar de sluis van Belfeld varen. Daar zijn speciale ligplaatsen voor schepen met gevaarlijke stoffen (kegelpaatsen). De ILT-inspecteur moet toestemming geven voor dit transport en voor de overslag van de lading. Zo gezegd zo gedaan!

Om een uurtje of 04.00 komt er langzaam beweging in de 2 tankers. De gehavende tanker heeft een flink gat in zijn voorschip, dus moet er voorzichtig gevaren geworden. Ik zie het samenstel langzaam de donkere nacht invaren. Het vrachtschip mag níet verder varen. Het blijft alleen achter, wachtend op het reparatiebedrijf. Met de RWS 20 volgen we de 2 tankers om de boel in de gaten te houden.

Vakkundig

Na een halfuurtje varen zijn we bij de sluis van Belfeld. Mooi om te zien hoe het samenstel vakkundig aanmeert op de kegelplaats. Inmiddels is het 04.30 uur… een mooie tijd om de RWS 20 af te meren en naar huis te gaan.

Het vrachtschip is opgelapt met een noodreparatie

Bij daglicht hebben andere collega’s de dienst overgenomen. Alles is goed gekomen. Het vrachtschip is inderdaad opgelapt met een noodreparatie. Hierdoor kon het vaarverbod worden opgeheven en het schip zijn weg vervolgen om te lossen. Vervolgens is het naar een werf gevaren voor de ‘echte’ reparatie. De tankers hebben hun lading veilig overgeslagen en de gehavende tanker is naar een werf gebracht.