Onveilig voor anker in de mist
Het is een frisse winterochtend. Rond 10 voor 6 stap ik uit de auto bij de sluis van Grave. De sluismeester komt ook net aan fietsen. ‘Het is maar een kleine wereld’ zegt hij. ‘Inderdaad, veel meer dan 100 meter zicht is het niet’ antwoord ik.
In de dichte mist loop ik naar de RWS 27, stap aan boord en samen met twee collega’s varen we weg.
Spookgebieden
De volgende ochtend zet ik extra vroeg mijn wekker. Ik wil in ieder geval op tijd zijn voor mijn ochtenddienst. Op weg naar de RWS 71 hoor ik de bomen al flink tekeergaan. Zowel de RWS 71 als de RWS 73 zijn deze ochtend bemand. Beide schepen maken zich ‘zeeklaar’: alles goed vast en stevig dicht. We verlaten de thuishaven. Omdat ons werkgebied groot is, splitsen wij ons op en varen elk naar de gebieden waar het tijdens een storm kan ‘spoken’. De 73 gaat richting het Hollandsch Diep, wij varen met de 71 richting de Boven-Merwede.
De rivier is veranderd in een wildwaterbaan
De storm is inmiddels bij Zeeland aan land gekomen. Ook bij ons is de wind flink aangetrokken. Het water in de Boven-Merwede stuift omhoog en zorgt voor een nevel boven het water. Hierdoor is ons zicht slecht en verandert de rivier in een wildwaterbaan. De combinatie van stroming en wind veroorzaakt diepe kuilen. We deinen flink over de golven.
Beschutting in de haven
We meten ondertussen een piek van 11 Beaufort. Het water komt aan dek als de golven met ons meerollen. Schepen die bezig zijn zand te zuigen, staken hun werkzaamheden en zoeken snel beschutting in de haven. In Gorinchem zien we een afgemeerd koppelverband (motorvrachtschip + duwbak). Het schip durft niet verder te varen, verstandig. Mijn collega’s en ik geven dan ook aan dat hij mag blijven liggen tot de storm voorbij is.
De golven en wind beuken tegen de boeg
De golven en wind beuken tegen onze boeg. Terwijl ons schip flink tekeergaat, komt de eerste melding binnen: een drenkeling. Met zwaailicht gaan we eropaf. Ook de KNRM is uitgevaren. Gelukkig krijgen we al snel het bericht dat de drenkeling gered is.
Schepen in nood
We vervolgen onze dienst en meten een piek van 12 Beaufort. We krijgen de melding dat op het Hollandsch Diep meerdere schepen in de problemen zijn. Zo rollen bij een binnenvaartschip de golven over de luiken. Onze collega’s op de RWS 73 begeleiden het naar een beschutte plek. Bij een ander schip is de motor uitgevallen. Geen goed moment. Nadat het schip de hoofdmotor uiteindelijk weer aan de praat heeft gekregen, zoekt het snel de haven op.
Tegen de wind en met de stroming mee beuken we verder door de golven. Veel water komt aan dek, de ruitenwissers draaien overuren. We stuiten op een koppelverband op de Nieuwe Merwede. Het schip heeft de luwte opgezocht en durft niet verder te varen. Wederom geven we de schipper gelijk met deze verstandige keuze.
Het water ligt bezaaid met objecten: oliedrums, hout, zelfs een aanhanger.
Schade
De wind neemt geleidelijk in kracht af. De schade wordt langzaam zichtbaar. Vanaf het water zien we huizen met afgewaaide dakpannen, flink beschadigde loodsen en omgewaaide bomen. Het water ligt bezaaid met objecten: oliedrums, hout, zelfs een aanhanger. We attenderen een bewoner op schade aan zijn dak. Vanaf het water is dit goed zichtbaar. De bewoner had dit nog niet gezien en bedankt ons.
Positieve berichtjes
Ondanks de vele meldingen en spannende momenten, loopt in ons gebied alles goed af. En wat fijn dat wij, en alle andere hulpdiensten, zoveel berichtjes hebben ontvangen met waardering voor ons werk. Dát blijft me van deze dag nog het meeste bij. Bedankt voor deze steun, echt top!
