Rivierhout

Dood hout hoort van nature thuis in de Nederlandse rivieren. Op en rond dit hout vinden verschillende soorten insecten en vissen hun leefgebied. Daarom brengt Rijkswaterstaat, met een anker, dode bomen aan in de rivieren. Zo herstellen we een belangrijke schakel in de voedselketen en verbetert de waterkwaliteit.

In de afgelopen eeuwen is er hard gewerkt om de bevaarbaarheid en de veiligheid van ons binnenwater te verbeteren. Rivieren werden rechtgetrokken en oevers veelal met steen verstevigd. Alles wat opstuwing kan veroorzaken werd verwijderd.

Deze ingrepen hebben grote gevolgen gehad voor het leven in de rivier: veel plant- en diersoorten die op hout leven zijn verdwenen. Daarom leggen we op steeds meer plekken dode bomen in het water. Dit past bij andere herstelmaatregelen, zoals natuurvriendelijke oevers en geulen. Zo maken we de rivieren weer aantrekkelijk voor planten en dieren die daar oorspronkelijk thuishoren.

Vanzelfsprekend zorgen we voor veilige scheepvaart en een goede doorstroming bij hoogwater. De bomen liggen zo veel mogelijk in de stroomrichting van het water. Daardoor is er weinig opstuwing. Bomen in de stroomschaduw van kribben hebben geen invloed op de waterstand.

Bomen in het water vormen een koraal voor ongewervelde diertjes in de rivier

Eten en gegeten worden

Al snel krioelt het van het leven op en rond dergelijke boomriffen. De bomen vormen als het ware een koraal voor ongewervelde diertjes die met het blote oog nét te zien zijn, zoals kokerjufferlarven, vlokreeftjes en eendagsvliegen. Deze diertjes worden weer gegeten door vissen zoals de kopvoorn, de barbeel en de sneep. Zij gebruiken de takken en de wortels van de boom om te schuilen, te paaien en voedsel te verzamelen. Vervolgens duurt het niet lang voordat ook visetende vogels in de buurt neerstrijken. Dit samenspel wordt in één oogopslag duidelijk gemaakt in de tekening van Stichting ARK.

Een boom die helemaal in het water ligt, verteert niet omdat er geen zuurstof bij komt. Zo kan een boom honderden jaren intact blijven. In nevengeulen van IJssel en Waal, waar de waterstand wisselt, verteert de boom wel maar dat is een proces dat vele tientallen jaren in beslag neemt.

Beheer

Het project is onderdeel van de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. Uit deze richtlijn komen verschillende maatregelen voort om de waterkwaliteit te verbeteren, zoals de aanleg van geulen, vispassages en natuurvriendelijke oevers. De gevolgen voor beheer en onderhoud zijn beperkt. De bomen liggen overal buiten de vaargeul, dus niet op plekken waar eventueel gebaggerd moet worden. Met transport, rooien en verankeren kost het plaatsen van een boom tussen de € 2.000 en € 5.000.

Veiligheid voor de scheepvaart

Rijkswaterstaat plaatst de bomen buiten de vaargeul, zodat de scheepvaart er geen last van heeft. Ze worden stevig verankerd aan de wal, met stalen binten of aan betonplaten op de rivierbodem. Daar wordt 4.000 tot 5.000 kg beton voor gebruikt per boom. In de komende 6 jaar (tot 2027) worden alle Rijntakken van rivierhout voorzien.

Ook langs de Maas is rivierhout een vertrouwd beeld aan het worden. Als bomen omvallen mogen ze in principe verankerd op de oever blijven liggen. Als het nodig is, wordt het vaarwater op deze locaties met een drijvende markering aangegeven. Daarnaast worden steeds meer Maasgeulen van boomriffen voorzien, zoals in riviernatuurgebied Keent bij Ravenstein en de Empelse Waard bij ‘s-Hertogenbosch.

Verder zijn langs de Maas ter hoogte van Wellerlooi en Vierlingsbeek enkele bomen tussen de kribben in de ondiepe oeverzone geplaatst, stevig vastgelegd met kettingen aan stalen binten. Datzelfde hebben we bij een aantal beekmondingen en de Lus van Linne gedaan.

En ook in de Grensmaas in Zuid-Limburg is het eerste rivierhout verankerd in de vorm van 3 dode bomen. De bomen liggen ter hoogte van Borgharen, buiten de hoofdstroom. Waterrecreanten als kajakkers zouden hier dan ook in principe geen hinder van moeten ondervinden. Veiligheid voor de scheepvaart is op de Grensmaas niet aan de orde, want dit deel van de rivier is ongestuwd en daardoor onbevaarbaar.

Video: dood hout in de rivier

Voice Over: Als jij een vis zou zijn. Wat zou je dan vinden van onze keurig opgeruimde rivieren? Veilig achter de dijken en gekneveld door gestorte oevers en betonnen beschoeiing. Waar zou jij jouw voedsel vinden? Welke plek is geschikt om jouw eieren af te zetten? En waar zou jij dan nog kunnen schuilen voor jagers? Wendy Liefveld / Projectleider Bureau Waardenburg: Da’s veel minder geworden dan vroeger en dat komt natuurlijk doordat we de rivier ontzettend veranderd hebben. Voeger stroomde die vrij, er waren geen stuwen dus vissen konden onbelemmerd heen en weer zwemmen van de rivieren stroomopwaarts. De uiterwaarden overstroomden veel vaker, de overgangszones waren veel dynamischer. Voice Over: Maar dat is veranderd. Scheepvaart werd intensiever en de veiligheid werd steeds belangrijker. Meer en meer hebben wij die rivieren getemd. Ze zijn nu strak en leeg. En er is maar weinig over van de oorspronkelijke biodiversiteit. Dit probleem speelt niet alleen in Nederland, maar overal in Europa. Vanuit Brussel zijn daarom regels opgelegd om het water gezonder te krijgen. En daar is Rijkswaterstaat al jaren mee bezig. Margriet Schoor / Adviseur ecologie Rijkswaterstaat: En de opdracht is eigenlijk: ‘verbeter het water zodanig, zo goed als je maar kan, terwijl het de functies behoudt die het heeft’. Sinds de vorige eeuw hebben we nevengeulen gegraven, strangen aangetakt, maar ook geïsoleerde plassen gemaakt, veel ondiep water erbij gemaakt, de oevers natuurlijker gemaakt. We hebben het huis verbeterd. Voice Over: Maar de oorspronkelijke bewoners zijn nog niet teruggekeerd. Er moet meer gebeuren. Uit onderzoek is gebleken dat dood hout als katalysator werkt voor ecologisch herstel. Dood hout brengt structuur aan in een lege waterkolom, en vormt naar alle waarschijnlijkheid de ontbrekende schakel voor gezonde rivieren. Maar ja, dit zijn rivieren met scheepvaart. Egbert IJmker / Adviseur scheepvaart Rijkswaterstaat: Voor de scheepvaart is het nog niet zo vanzelfsprekend om hout in de rivier te gooien. Vooral niet van die grote stammen, die kunnen best wel heel gevaarlijk zijn als ze in de schroef terecht komen of tussen het roer en het schip wordt onbestuurbaar. Dan is de kans dat ie in de oever terecht komt of andere schepen raakt bijvoorbeeld. Margriet Schoor: In de praktijk komt dat hout er dus niet vanzelf. Terwijl het wel een heel belangrijk onderdeel is. Voice Over: Toch heeft Rijkswaterstaat het aangedurfd om een proef te starten. Eind 2013 zijn geschikte bomen met wortel en al uitgegraven en geprepareerd, waarna ze op verschillende plaatsen in de Neder-Rijn en in de Lek zijn geplaatst. Daarbij is het risico voor de scheepvaart tot een minimum beperkt. Henry Bossenbroek / Hoofd Oost-Nederland Zuid Rijkswaterstaat: Het dode hout ligt verankerd aan kettingen en aan U-profiel, waar we de bomen overheen hebben laten zakken. Dus het ligt stabiel. In een soort harnas ligt het in de luwte van het stromingsgebied. Het ligt gewoon veilig. Uit monitoring is gebleken dat ze gewoon nog netjes op de plek liggen waar we ze hebben afgezonken. Voice Over: Boven water is nog weinig te zien, maar onderwater krioelt het al snel van het leven. Wendy Liefveld: We hebben ze gemonitord en sommige na 2 maanden of na 4 maanden. En dat gaat heel erg snel. Er zitten gelijk al - ook na twee maanden - beesten op waarvan we zeggen ‘nou, dat zijn wel hele bijzondere’. Voice Over: Bij de bemonstering van vis en macrofauna zijn verschillende methoden toegepast. Zo is één boom helemaal uit het water getakeld om alle fauna eraf te spoelen. Terwijl op andere bomen stukken wortel en schors demontabel zijn gemaakt. Met camera’s, fuiken en netten is onderzocht welke vissen er voorkomen en hoeveel. De bomen blijken een heel gunstig effect te hebben op de biodiversiteit. Alexander Klink: We hadden in april een boom - een hele boom was dat - uit de vistrap van Maurik getakeld. Die boom had een oppervlak van 56 vierkante meter en daar zaten honderdduizend beestjes op. Martijn Dorenbosch: Ik had wel gedacht dat vissen gebruik maken van dit soort nieuwe habitattypen. Want zodra je wat structuur in het water aanbrengt - het hoeft maar een steen te zijn of een tak - meestal gaan zich daar wel vissen omheen concentreren. Maar in dit geval van de bomen waren het wel heel veel vissen. Margriet Schoor: Op die boom, als hij in het licht zit, zitten dan draadalgen. En daarop zitten dan weer beestjes die draadalgen eten. En daar zitten dan weer beestjes op die beestjes eten die draadalgen eten. En zo gaat dat maar door. Wendy Liefveld: Dus ineens komt er leven in die oeverzone. En dat is nou precies het extraatje dat ze mogelijk nodig hebben. Voice Over: Bij dit onderwaterleven worden diersoorten gevonden die lange tijd verdwenen waren. Margriet Schoor: De ongewervelden die we vinden, dat is wel veelbelovend. Dat is een hele soortengroep die ontbrak, namelijk de soorten die op hout zitten en die het water filteren. Wendy Liefveld: Ook het verschil met het aantal exoten wat je ziet. We zagen echt veel meer exoten bij de kribben, bij de steenoevers, zeg maar. Voice Over: Dood hout vormt duidelijk een belangrijke aanvulling op de maatregelen die al genomen zijn. Wendy Liefveld: Het is echt een soort missend puzzelstukje wat we gevonden hebben en wat we nu hebben durven toepassen. Maar dat is vooral ook verdienste van Rijkswaterstaat dat ze dat aangedurfd hebben. Voice Over: Ook voor de scheepvaart zijn de eerste resultaten positief. Egbert IJmker: Voor ons is altijd een maatgever hoeveel klachten we krijgen. En vragen ‘hoe goed gaat het?’ dat werkt meestal niet. Maar ik heb nog geen enkele klacht gehad dat het niet goed zou gaan, dus dat is al een heel positief geluid. Voice Over: Deze proef had nog een ander doel. Belangrijk was ook om erachter te komen wat de beste plekken zijn voor het aanbrengen van dood hout. Margriet Schoor: We testen hoe we ze in kribvakken zodanig kunnen vastmaken dat ze geen last geven, dus in de ondiepe stukken. En achter de krib, zodat ze niet opstuwend werken. En als dat goed werkt … nou, er zijn zoveel kribvakken waar je dat dan zou kunnen toepassen. Dan is het niet meer op één plek doe je iets, nee, dan kun je in de hele rivier wat doen. En in verhouding met een nevengeul graven is dat heel erg goedkoop. Voice Over: Dood hout in de rivier. De resultaten zijn tot nu toe hoopvol en zelfs verrassend. Ze bieden zeker potentie voor opschaling en uitbreiding van de proef. Het idee is om dit ook toe te passen in andere rivieren, zoals de IJssel en de Waal. Wendy Liefveld: En dan verwachten we dat het misschien nog meer gaat doen. Omdat je dan ook de dynamiek hebt van de rivier, die zorgt dat er erosie en sedimentatie kan plaatsvinden. Dan krijg je kuilen en zandbankjes. Voice Over: Daarnaast wil Rijkswaterstaat gaan testen of dood hout kan worden gebruikt als stroomgeleider met een gunstig effect op de sedimentatie van rivierbeddingen. Henry Bossenbroek: Dat is een prima maatregel die een positieve invloed heeft op de scheepvaart, op het beheer en onderhoud, op de kosten daarvan. En op de toename van de inheemse vissoorten, maar ook op de toename van de fauna die zich afzet op het hout. Dus beter milieu, betere waterkwaliteit, nou dat willen we allemaal. Dus win-win.

Waar liggen de bomen?

Dit project loopt door tot 2027.

Locaties van de bomen
PlaatsKilometerpaalLocatieAantal
Nederrijn-Lek


WageningenLinkeroever
km 901,9-902,1
Kribvak4 bomen
WageningenRechteroever
km 904,1-902,9
Kribvak4 bomen
MaurikLinkeroever
km 922,2
Vistrap3 bomen
EverdingenLinkeroever
km 936,3
KribvakBoomstammen in schermen
CulemborgLinkeroever
km 936,9
KribvakBoomstammen in schermen
CulemborgLinkeroever
km 937,2
Kribvak2 bomen
EverdingenLinkeroever
km 942,6-944,5
Kribvak en strang
6 bomen
Waal


KlompenwaardRechteroever
km 869-870
Nevengeul12 bomen
SpiegelwaalRechteroever
km 883-886
Nevengeul18 bomen
Afferdense en Deestse WaardenLinkeroever
km 899-903
Nevengeul5 bomen en 30 stobben
OphemertRechteroever
km 920,3-921
Oevergeul10 bomen
VarikRechteroever
km 922
Kribvak5 bomen
Heesseltsche UiterwaardenRechteroever
km 928-929,2
Nevengeul8 bomen
Hurwenense uiterwaardLinkeroever
km 930,9
Nevengeul2 bomen
IJssel


Gelderse TorenLinkeroever
km 914
Aangetakte strang8 bomen
BronkhorstRechteroever
km 918,9-919,2
4 kribvakken4 bomen
ReuversweerdLinkeroever
km 923
Aangetakte strang7 bomen
RammelwaardLinkeroever
km 933
Aangetakte strang7 bomen
GorsselRechteroever
km 937,1-937,5
5 kribvakken5 bomen
DorperwaardenLinkeroever
km 950
Nevengeul3 bomen
WelsumerwaardenLinkeroever
km 958
Nevengeul8 bomen
VorchterwaardenLinkeroever
km 965
Aangetakte strang3 bomen
Buitenwaarden WijheRechteroever
km 967
Nevengeul5 bomen
HattemLinkeroever
km 981,2-982,2
Nevengeul12 bomen
Maas


BorgharenRechteroever
km 16,8
Buiten de hoofdstroom3 bomen
KoningssteenLinkeroever
km 64,35
Maasoever1 boom
Lus van LinneLinkeroever
km 70,5 - 71,5
Maasoever, Spoorplas en Osenplas

Maasoever: 13 bomen

Plassen: 7 bomen

Biesweerd (ten westen van Wieler)Rechteroever
km 86,8 - 87,2
Geïsoleerde geul

10 bomen

AalsbeekRechteroever
km 101,9
Beekmonding1 boom
Geldernsch-NierskanaalRechteroever
km 124,5
Beekmonding2 bomen
Wellerlooi
Rechteroever
km 131,3 - 133,6
Kribvak8 bomen
Vierlingsbeek
Linkeroever
km 137,7-139,0
Kribvakken
6 bomen
Aijense beek
Rechteroever
km 138,1
Beekmonding
1 boom
Gebrande KampRechteroever
km 158,3 - 158,6
Geïsoleerde geul3 bomen
MiddelaarRechteroever
km 160,2 - 164,1
Kribvakken10 bomen
OverasseltRechteroever
km 169,8 - 170,3
Maasoever2 bomen
SluisgraafLinkeroever
km 170,8
Beekmonding1 boom
GraveLinkeroever
km 172,8 - 173,0
Maasoever2 bomen
KeentLinkeroever
km 177,8 - 179,4
Oude Maasarm en de oevergeul parallel langs de rivier21 bomen
Loonse PlasRechteroever
km 180,7
Maasplas1 boom
MaasbommelRechteroever
km 192,6-193,4
Geïsoleerde geul4 bomen
Hemelrijkse Waard (Oijen-Lithoijen)
Linkeroever
km 196,7-200,0
Nevengeul en oude Maasarm18 bomen
GewandeLinkeroever km 214,6Maasoever1 boom
Empelse WaardLinkeroever
km 217,6 - 218,7
Westelijke geul4 bomen

De bomen blijven dankzij een anker op de bodem liggen.

Vraag en antwoord