(Een animatie.) VOICE-OVER: In Nederland hebben we drie bronnen van zoet water. Water dat via de rivieren binnenstroomt, regenwater en grondwater. Dit water gebruiken we als drinkwater, voor landbouw, natuurbeheer scheepvaart en recreatie, en als koel- en proceswater in de industrie of energiesector. Een deel van het water wordt gebruikt en een deel verdampt. De rest van het water stroomt naar de zee. Deze zoete waterstroom zorgt ervoor dat zout zeewater niet te ver Nederland kan binnendringen. Maar welke maatregelen kunnen we treffen als het droog is? We maken hierbij onderscheid tussen hoog en laag Nederland. (Een landkaart.) Naar zandgronden in hoog Nederland en enkele andere gebieden kan geen zoet water worden aangevoerd. Hier zijn gebruikers volledig afhankelijk van neerslag en grondwater. In deze gebieden zullen sneller beregeningsverboden worden ingesteld en ontstaat eerder droogteschade voor landbouw en natuur. In de lagergelegen gebieden kunnen we het water van de Rijn en Maas verdelen. (Stijgend water.) Al in het voorjaar verhogen we het waterpeil van het IJsselmeer en andere wateren zodat we meer voorraad hebben. In geval van droogte verdelen we dit water met stuwen over de kanalen en sloten. (Het IJsselmeergebied.) Als te weinig water beschikbaar is voor alle gebruikers passen we de verdringingsreeks toe die aangeeft welke belangen de hoogste prioriteit hebben. Zo werken alle waterbeheerders samen aan een goede waterverdeling in tijden van droogte. (Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op www.rws.nl/droogte. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2018.)
Verdeling water bij droogte
Als beheerder van grote rivieren en meren houdt Rijkswaterstaat het waterpeil en de wateraanvoer altijd in de gaten.
Bij droogte verdelen we het weinige zoete water uit de grote rivieren en meren zo goed mogelijk onder alle watergebruikers. Dit doen we via stuwen, pompgemalen en sluizen.
Slim systeem van stuwen en sluizen verdeelt zoet water
Via de Rijn en Maas stroomt zoet water naar Nederland. Als een watertekort dreigt, kan het beschikbare water verdeeld worden. Met een slim systeem van stuwen en sluizen sturen we het water dan naar een gebied waar het nodig is. Zo kunnen we de beschikbare waterhoeveelheid zo goed mogelijk inzetten.
Het IJsselmeer en Markermeer spelen daarin een belangrijke rol: het is onze grootste zoetwatervoorraad. Het water dat we vasthouden in het IJselmeergebied kunnen we later gebruiken in een periode van droogte.
Op hoger gelegen grond in Nederland is het vaak niet mogelijk zoet water aan te leveren. Deze gebieden zijn compleet afhankelijk van neerslag.
Video waterverdeling Nederland
In de animatie hieronder leggen we uit welke bronnen zoetwater er zijn en hoe we hiermee omgaan bij droogte.
Verdringingsreeks: waar gaat als eerste zoet water heen?
Als minder water beschikbaar is dan we nodig hebben, moeten we het water verdelen. Dit gebeurt via de verdringingsreeks. De reeks geeft aan hoe we het zoete water verdelen.
Waterkeringen en dijken die gevoelig zijn voor de droogte krijgen als eerste water. Extreme droogte kan namelijk scheuren veroorzaken in dijken en waterkeringen beschadigen. Als het water daarna weer stijgt, kunnen ze ons niet meer beschermen. Drinkwater en energievoorziening krijgen ook voorrang bij de waterverdeling.
Video verdringingsreeks
In de animatie hieronder leggen we uit hoe we het water verdelen bij droogte.
Waterbeheer in het IJsselmeer
Het IJsselmeer is qua oppervlakte het grootste zoetwaterreservoir van Nederland en werkt als onze nationale regenton. Dit zoete water is bijzonder. Het IJsselmeer was namelijk voor de bouw van de Afsluitdijk (1932) een zoute/brakke binnenzee (Zuiderzee). Het IJsselmeer heeft verschillende functies:
- Zorgen voor de watervoorziening voor Noord-Nederland (Noord-Holland, Flevoland, Friesland, Groningen, delen van Overijssel, Drenthe, Gelderland en Utrecht)
- Scheepvaart en vaarroutes
- Belangrijk gebied voor veel (water)vogels en vissen
Het meer wordt gevoed vanuit de IJssel. Normaal spuien we een teveel aan water naar de Waddenzee, via de spuisluizen van Kornwerderzand en Den Oever (Afsluitdijk).
Als we een langere periode van droogte verwachten, houden we het extra zoete water binnen. We kunnen het dan gebruiken als het nodig is. Er zijn daarbij wel belangrijke voorwaarden: het moet kunnen qua waterveiligheid, er moet geen storm op komst zijn en de natuur mag er geen schade van ondervinden.